De harde buitenkant van de krab is het pantser, het uitwendig skelet. Het bedekt het hele lichaam: kopborststuk, bewegende poten en scharen. De harde buitenkant biedt bescherming tegen allerlei vijanden, bijvoorbeeld vogels, vissen of schildpadden. Binnen het pantser zijn de weke delen goed beschermd. Het pantser zorgt voor steun en vorm. Krabben zijn er in allerlei kleuren. Soms groeit er van alles op het pantser: wieren, zeepokken of mosselen. De krab is dan als het ware onherkenbaar en dus nog beter beschermd.
Het pantser bestaat uit verschillende stoffen. Eén daarvan is chitine, een buigzame, harde stof die soms doorzichtig is. Chitine zit ook in haren en nagels. Het pantser bevat ook kalk dat zorgt voor stevigheid. Bij mensen zit kalk in de botten en groeit mee. Het pantser groeit niet, het is dood.