Schubben zijn hard. Zo hard dat ze nauwelijks kunnen rekken. Dit maakt het voor de huid van slangen onmogelijk om mee te groeien. Maar daar hebben slangen een trucje voor. In plaats van een meegroeiende huid maken slangen een heel nieuwe huid aan. Deze nieuwe huid heeft evenveel schubben als de oude huid. De schubben zijn alleen groter, waardoor de nieuwe huid beter past. De oude huid werpen slangen in één keer af. Dit heet vervellen.
Een huid met schubben
De huid van slangen is bedekt met schubben. Schubben zijn harde plaatjes vol met keratine. Keratine is een stof die zorgt voor stevigheid. Keratine zit bijvoorbeeld ook in onze nagels. Schubben liggen aan de buitenkant van het lichaam. Bij slangen ligt onder de schubben een rekbare huid. De schubben zelf zitten niet aan elkaar vast. Dit zorgt ervoor dat slangen goed kunnen bewegen en ademhalen.
Net alsof je sokken uitdoet
Voordat een slang vervelt wordt er een nieuwe huid gevormd. Om de oude huid kwijt te raken maakt de slang een vloeistof aan. Deze vloeistof zit onder de oude huid en zorgt ervoor dat de oude huid losweekt. Dit duurt een paar dagen. Zodra dit gebeurd is, zit deze huid los om het lichaam van de slang. De slang zal dan met zijn neus tegen iets scherps schuren. Hierdoor barst de huid open. Daarna kan de slang beginnen om zijn oude huid uit te doen. De oude huid wordt van het lichaam afgestroopt, net zoals jij jouw sokken uitdoet. Daarom is de afgeworpen huid altijd binnenstebuiten gekeerd.
Vervellingen in Naturalis
In de collectie van Naturalis zijn veel slangen en slangenhuiden aanwezig. Onderzoekt Naturalis ook vervellingen van slangen? Iemand die alles over de slangencollectie weet is Esther Dondorp, collectiebeheerder van de reptielen. Esther vertelt dat de collectie van Naturalis inderdaad ook een aantal vervellingen bevat van verschillende soorten slangen. Ook vervellingen kunnen namelijk gebruikt worden voor onderzoek. Op welke manier legt Esther uit: “Aan een vervelling is bijvoorbeeld te zien om welke soort het gaat. Elke slangensoort heeft een specifiek aantal schubben. Als een vervelling compleet is, zou je aan het schubbenpatroon kunnen achterhalen om welke soort het gaat. Ook als een vervelling niet compleet is kunnen onderzoekers er DNA uit halen. Door dit te onderzoeken weten we om welke soort het gaat.”
Slangen vervellen regelmatig. Als een vervelling op een bepaalde plek gevonden wordt, is deze slangensoort recent op die plek geweest. Op deze manier bewijzen vervellingen ook dat een soort op een bepaalde plek leeft. Hiervoor hoeven onderzoekers de slangen niet te zien of op te nemen in de collectie. Zo heeft Naturalis de vervelling van een Nederlandse ringslang gekregen van iemand die ringslangen in zijn tuin heeft. De vervelling ligt nu in de collectie, terwijl de slang zelf nog ergens in Nederland rond kruipt.