De Naturalis collectie bestaat nu uit maar liefst 42 miljoen voorwerpen, waaronder fossielen, mineralen, schimmels, planten en dieren. Wat in die collectie is levend, dood of levenloos?
Levende collectie
Levende natuur groeit, eet, drinkt, poept, plast, ademt, krijgt jongen en beweegt. In de collectie van Naturalis is geen enkel ding dat eet of poept. Er lijkt geen levende collectie te zijn. Misschien de plantenzaden. Het is bekend dat uit sommige zaden zelfs na duizenden jaren nog planten groeien. Heeft Naturalis zulke zaden in de collectie? Christel Schollaardt, Hoofd Collectie Botanie, legt uit: “Wij kunnen helemaal niets zeggen over de levensvatbaarheid van de zaden in de collectie. In het algemeen gaan wij ervan uit dat ze na al onze behandelingen, zoals vriezen of kwik, niet erg levensvatbaar zullen zijn. Maar ook dat zal wel weer per soort verschillen. Het is niet iets waar wij ons mee bezighouden.” Of alle zaden dood zijn blijft dus een raadsel. Niemand ziet aan de buitenkant of een zaad kan kiemen.
Dode collectie
Wat dood is heeft geleefd. Alle planten, dieren en schimmels in de collectie zijn dood. Dieren in potten alcohol, planten in herbariumvellen, gedroogde paddenstoelen, vlooien op glaasjes, opgeprikte vlinders. Allemaal dood. Hoe zit het met losse onderdelen, zoals huiden of botten? Dat verschilt per onderdeel. Dode en levende dingen bestaan uit cellen. In die zin zijn huiden, bloemen, botten, gewei (want een gewei is gemaakt van botcellen) dus wel dood. Maar haren (wol) zijn levenloos, ze bestaan niet uit cellen. Losse tanden zijn een combinatie van dood en levenloos. Ze bestaan uit glazuur en merg. In het glazuur zitten geen cellen. Het is levenloos. In het merg zitten bloedvaatjes en zenuwcellen. Daarom doet een gaatje pijn. Het merg van een losse tand is dood.
Levenloze collectie
Alle mineralen en gesteenten in de collectie zijn levenloos. Granieten, diamanten, smaragden, goud, zilver, kwarts, ze zijn allemaal levenloos. Ze bestaan niet uit cellen en hebben nooit geleefd. Fossielen zijn de lastigste groep. Dat zijn versteende dieren of planten uit het verleden. Langzaam maar zeker zijn de cellen vervangen of opgevuld door mineralen (steen). Dat gaat heel geleidelijk. Mammoetbotten zijn een paar duizend jaar oud. Daar zit zelfs nog DNA in de cellen. Ze zijn deels dood en deels levenloos. Dinosaurusbotten zijn miljoenen jaren oud. De botten hebben hun vorm behouden, maar ze bestaan inmiddels geheel uit steen. Een dinosaurusbot is levenloos. De dinosaurus was ooit levend, ging toen dood en eindigde als levenloos fossiel.
Waarom indelen?
Zoals bij fossielen blijkt, is er geen keiharde scheiding tussen dood, levend en levenloos. Ze gaan in elkaar over. Vergelijk het met kleuren. Iets is blauw of groen, maar er zijn ook groentinten, blauw en blauwig groen. Waarom maken we dan onderscheid? Omdat mensen graag afspraken maken over de natuur en wie zich waar mee bezig houdt. Biologen bestuderen de levende natuur. Geologen de levenloze natuur. Een geoloog hoeft zich niet bezig te houden met voeding of voortplanting. Een bioloog niet met verwering of erosie. Een indeling geeft overzicht voor de mensen die met de natuur werken of er belangstelling voor hebben.