Elk mineraal heeft unieke kristalvormen. Toch lijken kristallen van verschillende mineralen op elkaar. Onderzoekers en steenliefhebbers hebben daarom trucs om ze te herkennen. Ze krassen, belichten, wegen, bestralen en strepen. Een steen op naam brengen doe je (helaas) niet alleen met het blote oog. Maartje Kijne, inhoudsontwikkelaar Educatie bij Naturalis, herinnert zich nog goed hoe ze als achtjarige met haar vriendinnetje Maaike naar het Geologisch museum ging met een stukje kandijsuiker. “Het suikerkristal leek als twee druppels water op een diamant. Misschien konden we het voor veel geld verkopen. Een medewerkster keek ernaar en zei dat het bergkristal was. Hooguit 50 cent waard. We waren verbaasd dat ze niet zag dat het suiker was!”
Wat is een kristal?
Een kristal is een harde stof met regelmatige hoekige vormen. De vorm ontstaat als opgeloste deeltjes neerslaan. Kleine zoutkristallen plakken bijvoorbeeld op je huid na het zwemmen in zee. Het zout was eerst opgelost, maar werd afgezet op je huid. De vormpjes zien er spectaculair uit door een microscoop. Kristallen in rotsen zijn vaak prachtig groot. Er zijn veel deeltjes op elkaar gestapeld. Bergkristal, diamant, suiker en zout zijn voorbeelden van mineralen die kristallen vormen.
Hoe groeit een kristal in een rots?
Rotsen lijken compact, maar er zitten gaatjes in. Kleine spleetjes, grote gleuven, gangetjes, scheuren en soms enorme holten. Hier sijpelen kleine beetjes grond- of regenwater door. Dieper in de aarde gaan er soms ook gassen of heel heet water doorheen. In dit water of gas zitten allemaal opgeloste atomen. Ze hechten zich aan elkaar op een ruw oppervlak. Hoe langzamer het water stroomt, hoe beter de opgeloste deeltjes hechten. Zo begint het kristal te vormen.
Tijd en ruimte om te groeien
Kristallen hebben tijd en ruimte nodig om te groeien. In grote holten groeien de mooiste kristallen. De atomen zitten niet kriskras door elkaar, maar netjes gestapeld in een kristalrooster. Dat rooster ziet er voor elk soort mineraal een beetje anders uit. Het groeien duurt soms miljoenen jaren, maar kan ook heel snel gaan, in een paar jaar, of zelfs in enkele weken.
Suiker, bergkristal of diamant
Is het wel mogelijk om het verschil tussen suiker, bergkristal en diamant te zien? Volgens Dr. Hanco Zwaan van het Nederlands Edelsteen Laboratorium (NEL) wel. “Kandijsuiker ziet er mat uit. Er komt niet zoveel licht vanaf. Het ziet eruit als blokjes, waarvan de grens tussen de vlakjes vaak niet mooi scherp is. Van bergkristal komt veel meer licht af. Het weerspiegelt licht zoals een stuk glas ook doet. Dit noemen we daarom een ‘glas glans’. Bergkristal is meestal langwerpig met een punt. Als je langs de lange kant van bergkristal kijkt zie je altijd een mooie of iets scheve zeskant. Diamant kaatst het meeste licht af. Het heeft dan ook een ‘diamant glans’. Een kristal van diamant heeft vaak de vorm van twee op elkaar geplakte piramiden, en telt dan precies acht vlakken. Vaak hebben heel grote diamanten overigens juist een heel onregelmatige vorm. Dus ja, het verschil is wel te zien.”