Versleten veren
De meeste vogels vervangen hun veren minstens één keer per jaar. Voor vogels is een gezond verenkleed heel belangrijk. Veren houden de dieren warm en zorgen ervoor dat ze kunnen vliegen. Bovendien maken kleurrijke, lange veren indruk op (toekomstige) partners. Bij veel vogels duurt de rui twee maanden of langer. Ze vervangen hun veren meestal niet allemaal in één keer, want dan zouden ze het koud krijgen en een tijdje niet meer kunnen vliegen. Vogels zien er tijdens de rui vaak wat verfomfaaid uit. Gelukkig komt dat allemaal weer goed zodra hun nieuwe verenkleed af is.
Wekenlang niet eten
Bij pinguïns gaat de rui heel snel: ze vervangen al hun veren in slechts twee tot vijf weken. Het verenkleed van pinguïns is waterdicht, behalve wanneer ze in de rui zijn. Tijdens de rui stroomt er extra bloed naar de huid van de vogels. Dit bloed zorgt voor een warmere huid, waardoor de nieuwe veren sneller groeien. Als pinguïns tijdens de rui het water in zouden gaan, koelen ze heel snel af. De ruiende vogels blijven dan ook aan land, waar ze rusten en verder bijna niets doen. Dit betekent dat ze dus ook geen vissen vangen en niet eten!
Om de rui toch door te komen, leggen de pinguïns net voor de ruiperiode een extra voorraad vet aan. Tijdens de rui verliezen de pinguïns veel gewicht. Zodra hun verenkleed weer helemaal waterdicht is, duiken ze dan ook gauw het water weer in op zoek naar verse vis.
Zeehonden aan land
De vacht van zeehonden beschermt hun huid, zorgt ervoor dat ze niet zo opvallen in hun omgeving en houdt de dieren warm wanneer ze op het land liggen. Ook zeehonden vervangen één keer per jaar hun haren. Gewone zeehonden in Nederland doen dit vanaf eind juni tot en met augustus. Net als bij pinguïns stroomt er bij zeehonden tijdens de rui meer bloed naar de huid en is de huid daardoor warmer dan normaal. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe haren sneller groeien. Ruiende zeehonden duiken nog wel af en toe het water in op zoek naar een maaltje, maar ze blijven wel vaker aan land dan anders. Voor zeehonden in de rui is het extra belangrijk dat ze niet te veel gestoord worden. Als ze haastig het water in moeten omdat mensen te dichtbij komen, koelen ze snel af en verliezen ze veel energie. Ook duurt het dan langer totdat alle haren vervangen zijn, en de zeehonden hun actieve leventje weer kunnen oppakken.