Toen ik stage liep bij Naturalis, mocht ik tropische krabben onderzoeken. Ze waren zo schattig! Ik werd bijna verliefd op ze (lachend). Ja, ik vond ze echt leuk. Het zijn zachtaardige beestjes. Soms krijgen ze je wel te pakken met hun scharen, maar ze bedoelen het niet kwaad. Er zijn zoveel verschillende krabben. Mensen weten er nog weinig van. Hoe zijn bijvoorbeeld al die soorten en vormen ontstaan?
Welke krabben hebben jouw speciale interesse?
Zelf werk ik aan erwtenkrabbetjes, één van de kleinste krabbensoorten op aarde. Ze leven in andere dieren, zoals zeekomkommers, zakpijpen en zee-egels. Misschien heb je er wel eens eentje op je bord gehad, want ze leven ook in mosselen en oesters. Ik schat dat er wereldwijd zo’n 300 soorten erwtenkrabben bestaan. Van veel soorten is onbekend wie hun gastheer is en wat hun aanpassingen zijn om te kunnen samenleven met die gastheer.
Waar kijk je naar?
Mijn collega Charles Fransen en ik doen onderzoek naar ‘host switching’. ‘Host’ is Engels voor ‘gastheer’ en ‘switching’ betekent ‘wisselen’. Ik kijk naar erwtenkrabbetjes die van gastheertype zijn gewisseld. Charles doet hetzelfde bij garnalen. Stel, je hebt een groepje nauw verwante krabbensoorten. Al die soorten leven in schelpen, maar ééntje leeft in zeekomkommers. Dan is deze soort waarschijnlijk ooit van gastheertype gewisseld; van schelp naar zeekomkommer. Ik kijk hoe dit krabbetje daarop is aangepast.
Hoe leven krabben in zeekomkommers?
Ze komen als jong krabbetje aan zwemmen en kruipen in de anus van de zeekomkommer. Dan blijven ze daar wonen. Klinkt vreemd, maar er zijn ook vissen die dit doen. De vrouwtjeskrabben blijven in de anus zitten, om voor de eitjes te zorgen. Ze houden zich stevig vast met scherpe pootjes waarmee ze zichzelf vastzetten. De mannetjes zwemmen heen en weer om vrouwtjes te bevruchten. Trouwens, niet alle erwtenkrabben leven in een anus. Sommige soorten leven liever in een mond of op het lichaam van een gastheer.
Hoe ga je te werk?
Ik bekijk vooral de aanpassingen van deze krabbetjes om samen te leven met al deze verschillende gastheren. Stap één is alle soorten vinden. Ik zoek in de collectie van Naturalis, maar ook in andere musea op de wereld. Mochten we ze niet allemaal vinden, gaan we misschien op veldwerk. Stap twee is om de soorten die voor mij interessant zijn te analyseren met ct-scanners. Ik maak er 3d-modellen van. Zo kan ik ze uitvergroten en de vormen goed vergelijken.
Wat vind je het leukste aan je werk?
Dat ik de hele wereld over mag reizen om naar collecties te kijken en naar krabbetjes te zoeken. En dat ik mijn hobby - tekenen - kan combineren met mijn werk. Een foto laat niet altijd genoeg zien. Dat is maar een beeld. Een tekening geeft zoveel meer uitleg. Ik gebruik de klassieke manieren van tekenen in combinatie met het 3d-modelleren.
Wat als lezers een erwtenkrabbetje op hun bord vinden?
Gewoon opeten of bekijken. Je hoeft hem niet naar Naturalis te brengen, want als hij gekookt is, hebben we er niet zo heel veel meer aan, helaas. Bedenk wel dat er miljoenen jaren evolutie achter zit om in die schelp te leven. Dus respect!