Japanse reuzenkrab in zijn natuurlijke omgeving.
Diepzeebewoner
De kans dat je een Japanse reuzenkrab in levenden lijve tegenkomt is klein. Dit schaaldier leeft in zee, op 200 tot 300 meter diepte. Daar komen mensen niet, behalve met een duikboot. Toch hebben sportduikers soms het geluk de reuzenkrabben ondiep langs de kust aan te treffen. In het voorjaar zoeken de vrouwtjes die plekken op. Daar komen de eitjes uit, die ze tot die tijd onder hun buik hebben meegedragen: een geboorte van wel 1,5 miljoen baby’s! Als plankton drijven de baby-krabben rond, totdat ze na een aantal gedaantewisselingen als krab op de zeebodem neerdalen. Om verder te groeien moet de krab steeds blijven vervellen. Hij groeit uit zijn jasje, werpt zijn schaal af. Daaronder zat al een grotere. Het gewicht van een volwassen Japanse reuzenkrab is zo’n 19 kilo. Ondanks hun afschrikwekkend uiterlijk, zijn Japanse reuzenkrabben bijzonder goedaardig en traag bovendien. Ze leven van dode dieren die ze op hun pad tegenkomen, of van algen, wieren, weekdieren en ander klein bodemleven.
Allereerste exemplaren
De allereerste Japanse reuzenkrabben door wetenschappers beschreven zijn te vinden bij Naturalis. Achter gesloten deuren, natuurlijk. Deze exemplaren zijn namelijk onvervangbaar. De reuzenkrabben kwamen aan het begin van de 19e eeuw in de collectie van Naturalis terecht. Ze werden verzameld in Japan door de Duitse arts Philipp Franz von Siebold. De arts was in dienst van Nederland en had een bijzondere interesse voor de Japanse flora en fauna. Samen met studenten die hij lesgaf aan de universiteit, legde Siebold grote verzamelingen aan. De meeste dieren kwamen uiteindelijk terecht bij het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, nu bekend als Naturalis. De museumdirecteur van toen, Coenraad Jacob Temminck, beschreef de Japanse reuzenkrab in 1836.
Reusachtig
Behalve de eerste wetenschappelijk beschreven Japanse reuzenkrabben ter wereld, beschikt Naturalis ook over een van de grootste exemplaren. Gemeten van poot tot poot heeft dit dier een spanwijdte van ruim drie meter. Het driehoekige lichaam is relatief klein: slechts 35 centimeter. De rode vlekken op zijn lijf helpen de Japanse reuzenkrab te ontsnappen aan de aandacht van zijn natuurlijke vijand, de octopus. De vlekken lijken op oneffenheden op de zeebodem, waar de krab op hoge poten rondloopt. Ook zijn pokdalige schild werkt goed voor zijn camouflage. Daarbij versiert het dier zichzelf met plukjes zeewier en spons, die aan de knobbeltjes en puntjes op zijn schild blijven hangen. Knappe octopus die hem dan ziet!