Een gestrande zeester aan de wandel.
Hoe lopen zeesterren?
Zeesterren hebben vijf of meer armen. Hoewel je dat misschien zou denken, wandelen ze niet rond op de uiteinden van deze armen. De onderkant van hun lichaam zit vol met buisvormige voetjes, waar de zeesterren zich mee verplaatsen.
Geen hersenen, wel zenuwen
Onze hersenen zijn ons centrale regelorgaan. Alle informatie vanuit onze ogen, oren, neus, mond en gevoelige huid komt in onze hersenen terecht en wordt daar verwerkt. Tegelijkertijd sturen onze hersenen ons lichaam aan. Prikkels die vanuit de hersenen via zenuwen naar onze benen gestuurd worden, zorgen ervoor dat we tijdens een wandeling eerst ons linkerbeen optillen, en daarna ons rechterbeen.
Hoe bestuurt een hersenloze zeester zijn armen en voetjes? Zeesterren hebben dan wel geen hersenen, maar wel zenuwen. Midden in het lichaam zit een ringzenuw. Vanuit deze centrale zenuw lopen zenuwen de armen in. Zo zijn dus alle vijf de armen van de zeester via de ringzenuw met elkaar verbonden. Dat zorgt ervoor dat het hele lichaam van de zeester goed samenwerkt bij het voortbewegen.
Welke kant op?
Hoe weten deze dieren zonder kop welke kant ze op moeten? Wetenschappers ontdekten dat zeesterren een heleboel meekrijgen van de wereld om zich heen. Veel zeesterren zijn roofdieren. Vaak vinden ze hun prooien, zoals mosselen en slakken, door geurstoffen in het water te ruiken en te volgen. Ook voelen zeesterren het water stromen: de dieren bewegen meestal het liefst tegen de stroom in.
Heb jij wel eens het idee gehad dat een zeester je bespiedde? Dat kan kloppen! De meeste zeesterren hebben simpele ogen: één aan het uiteinde van iedere arm. Met deze ogen zien de zeesterren niet scherp. Toch ontdekten onderzoekers dat sommige zeesterren dankzij die ogen het verschil zien tussen een koraalrif en het water daaromheen. Zo vinden deze zeesterren plekken waar genoeg te eten valt.
Dieren zonder voorkant?
Zoogdieren en insecten hebben een duidelijke voor- en achterkant (de kop en de kont). Het lijkt alsof zeesterren dat niet hebben. Maar is dat ook echt zo? Onderzoekers probeerden hierachter te komen. Ze onderzochten of zeesterren alle vijf hun armen op precies dezelfde manier gebruiken. Ze moesten dan wel een manier verzinnen om de armen steeds een vast nummer te geven. Dat lukte! Op de bovenkant van sommige zeesterren is een gekleurd plekje te zien. Dit plekje heet de zeefplaat. De onderzoekers gaven de arm recht tegenover de zeefplaat steeds het nummer 1. Met de klok mee kregen de andere armen de nummers 2 tot en met 5.
Wanneer de zeesterren rustig rondkropen, gebruikten ze hun armen allemaal op dezelfde manier: alle vijf de armen staken net zo vaak naar voren, naar achteren, als naar de zijkant.
Maar wanneer zeesterren wegvluchtten voor gevaar, ontdekten de onderzoekers iets opvallends. Bij het vluchten hielden de zeesterren hun vijfde arm vaker naar voren. De onderzoekers denken dat zeesterren daarom toch stiekem een voorkant (de kant van de vijfde arm dus) en achterkant hebben. Dat is ergens ook wel weer logisch: heel jonge zeesterren hebben namelijk nog geen vijfarmig lichaam, maar een lichaam met een voor- en achterkant!