Zichzelf kopiëren, planten kunnen het!
Als je denkt dat de voortplanting van planten eenvoudig is, dan heb je het mis. Planten hebben namelijk verschillende manieren om zich voort te planten. Ze vormen bijvoorbeeld zaden of ze kopiëren zichzelf. Wanneer gebruikt een plant welke tactiek?
Onderdeel van:
Uniek door zaadvorming
Eén manier waarop nieuwe planten ontstaan is door middel van bestuiving. Hierbij groeit een nakomeling uit een zaadje, nadat de wind of een insect de plant heeft bestoven. Bestuiving is een vorm van geslachtelijke voortplanting. DNA van het mannelijke stuifmeel wordt gecombineerd met DNA van de vrouwelijke eicel in de stamper. De nakomeling is daardoor anders dan zijn ouders. Geslachtelijke voortplanting zorgt voor verschillen tussen planten van dezelfde soort.
Unieke kokospalmen
Er zijn soorten die zich alleen geslachtelijk voortplanten, zoals kokospalmen (Cocos nucifera). Kokospalmen maken kokosnoten waaruit een nieuwe palmboom groeit. Elke kokospalm is dus uniek, net als jij en ik!
Identiek door uitlopers
Planten kunnen zich ook op een andere manier voortplanten. Ze kopiëren zichzelf door bijvoorbeeld boven de grond uitlopers te vormen, of onder de grond wortelstokken te maken. Aan deze uitlopers of wortelstokken groeien knoppen, die uitgroeien tot nieuwe planten. Deze manier van nakomelingen krijgen heet ongeslachtelijke voortplanting. Ongeslachtelijke voortplanting zorgt dus voor veel minder verschil bij nakomelingen, omdat hun DNA hetzelfde is.
Identieke bananen
Tegenwoordig komen vrijwel alle bananen die we eten van dezelfde ouderplanten. Bananenplanten vormen onder de grond wortelstokken, waaruit nieuwe planten groeien. Al deze planten hebben hetzelfde DNA en dus zijn veel van onze bananen ook genetisch hetzelfde.
Wist je dat oorspronkelijk bananen uit de natuur vol zitten met harde pitten? Bananen planten zich oorspronkelijk dus ook geslachtelijk voort. Mensen vonden de pitten niet lekker en zochten naar bananen zonder pitten. Deze kweekten ze verder, waardoor we nu bananen zonder pitten eten.
Uniek of identiek: welke tactiek gebruikt een plant?
De meeste planten doen aan zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting, of wisselen ze af afhankelijk van de omstandigheden. Zijn de omstandigheden voor een soort goed en veranderen ze weinig? Dan plant een plant zich ongeslachtelijk voort en verspreidt zich zo snel over een gebied. Ongeslachtelijke voortplanting is namelijk sneller, omdat het niet van bestuiving afhankelijk is. Wanneer de omstandigheden veranderen, moet een plant zich aanpassen. Voor aanpassing is genetische variatie nodig en daar is geslachtelijke voortplanting voor nodig.
Neem bijvoorbeeld een cactus die goed aan droge omstandigheden is aangepast. Blijft de omgeving voor een lange tijd droog, dan plant de cactus zich snel ongeslachtelijk voort. De soort verandert dan niet, omdat moeder en kind genetisch gelijk zijn. Vernat de omgeving in de loop der tijd, dan zal de cactussoort zich moeten aanpassen. Bij geslachtelijke voortplanting zijn alle nakomelingen anders. De nakomelingen die goed tegen een natte omgeving kunnen, vermeerderen zich het meeste. Zo past de soort zich langzaam aan de natte omstandigheden aan.
De hardnekkige Duizendknoop uit de Hortus
De Japanse duizendknoop (Reynoutria japonica) gebruikt beide tactieken tegelijk. Onder de grond vormt de plant een groot netwerk van stevige wortelstokken. Hieraan groeien nakomelingen die zelfs door asfalt heen opkomen! Zo plant de duizendknoop zich snel ongeslachtelijk voort. Daarnaast maakt de plant bloemetjes, die bestoven worden en uitgroeien tot zaden. De duizendknoop plant zich dus ook geslachtelijk voort. Dubbel zoveel succes...