Met oude botten naar het ziekenhuis
In 1992 kocht Naturalis een fossiel uit Brazilië. Het ging om verschillende klompen kalksteen met daarin botresten van een pterosauriër. Het was echter niet duidelijk hoe compleet het skelet in deze steen was. De kalkstenen werden naar het ziekenhuis van Leiden vervoerd voor grondig onderzoek. Hopelijk zouden röntgenfoto's meer vertellen over dit fossiel. En dat deden ze. In de steen bleek meer dan de helft van het skelet van één dier te zitten.
Jurassic World
Het uitprepareren van de botten duurde ongeveer een jaar. Het bleek de moeite waard: een flinke hoeveelheid mooi bewaard gebleven botten kwam tevoorschijn. 69% van het skelet is terug gevonden. Er zijn helaas maar weinig halswervels bewaard gebleven, maar alle ruggenwervels zijn er wel. Daarnaast is er maar één vleugel ontdekt. Gelukkig is de schedel grotendeels compleet. Het echte onderzoek begon pas na het uitprepareren. Het was namelijk nog niet duidelijk om welke soort het ging. In 2006 concludeerde paleontoloog André Veldmeijer dat het om een nieuwe soort ging. Het skelet is dus een zogenaamd holotype. Aan de hand van dit exemplaar is de soort namelijk beschreven. Er mocht dus ook een naam bedacht worden. Het resultaat: Coloborhynchus spielbergi. Vernoemd naar Steven Spielberg, één van de belangrijkste personen achter de Jurassic Park en Jurassic World films. Inmiddels is de naam herzien en heet het dier Maaradactylus spielbergi. Een ander geslacht, maar nog steeds met Steven Spielberg in de hoofdrol.
Waarom geen vogel?
Pterosauriërs zijn vliegende reptielen. Ze vlogen rond in vrijwel de gehele dinotijd (230-66 miljoen jaar geleden). Er leefden vele soorten die allemaal van elkaar verschilden in vormen en maten. Sommigen waren zo klein als een mus, terwijl de grootste dieren een spanwijdte van wel 10 meter of meer haalden. Alle pterosauriërs stierven ongeveer 66 miljoen jaar geleden uit, samen met de dinosauriërs. Vliegende reptielen waren de eerste gewervelde dieren die konden vliegen, maar lijken helemaal niet op onze vogels (die juist aan dinosauriërs verwant zijn). Zo hebben vogels van nu een snavel (gemaakt van hoorn), terwijl de snuit van pterosauriërs een vast onderdeel van de schedel is, gemaakt van bot. Sommige soorten hadden een bek vol tanden. De bek geeft informatie over de levenswijze van pterosauriërs: hoewel er soorten bekend zijn die een ander dieet hadden, aten veel soorten vis.
Meer verschil dan je denkt
De goedgebekte, visetende pterosauriërs hadden een staart van botten (helaas niet bewaard in het Naturalis exemplaar), terwijl vogels alleen veren aan hun achterste hebben. Ben je een keer in Naturalis? Bekijk het skelet dan eens goed. De vleugel bestaat namelijk uit boven- en onderarm, maar voor het grootste deel uit één heel vergrootte vinger, die de huidflap van de vleugel ondersteunde. De overige vingers zitten als klauwen aan de voorkant van de vleugel. Ze vlogen met een vlieghuid die van de oksel tot het uiteinde van de vinger liep, vergelijkbaar met de vleugels van een vleermuis. Bij vogels zijn de vingerbotten helemaal vergroeid in de vleugel en zijn dus niet zichtbaar. Ook de huid van de prehistorische vliegers verschilt van de vogelhuid. Waar vogels op de poten na, compleet bedekt zijn met veren (ze zijn immers de afstammelingen van dino’s!) hebben in ieder geval enkele soorten pterosauriërs een soort vacht gehad.