Het Dinolab van Naturalis: heb jij het in je?

Imke Smeets, 27 maart 2019

De vloer van de werkplaats is bedekt met een laagje wit stof. In rekken langs de zijkant liggen dinobotten, kleine ribben verpakt in aluminiumfolie en reusachtige poten. Overal hangen plaatjes van dinosauriërs. De radio staat aan. Door de muziek heen klinkt geschraap en geknars. Mensen in witte jassen schaven voorzichtig het steen van de botten af. Dit is het Dinolab van Naturalis. Hier worden dinoskeletten klaar gemaakt om tentoon te stellen. Zou jij dit ook kunnen? Test jezelf!

Naturalis, Martijn Guliker | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Carlijne in het Dinolab

Ben je geduldig?

De meeste mensen in het Dinolab werken daar helemaal vrijwillig. Eén van hen is Carlijne. Ze is nog niet zo lang vrijwilliger. Hoe vindt ze het tot nu toe? “Heel erg leuk,” zegt ze. “Mijn leven is normaal gesproken stressvol. Maar een dagje steen van botten schaven werkt heel ontspannend. Je hebt er wel geduld voor nodig. Meestal ben ik meerdere dagen bezig met één bot.”

Een heel skelet in elkaar zetten kost jaren. Heb jij zoveel geduld?

Naturalis, Imke Smeets | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Hier zitten de botten nog in het gips. Stoffig!

Kun je tegen stof?

Het steen van de botten halen heet “prepareren”. Dat gaat in verschillende stappen, van grof naar fijn. Op de plek waar het skelet is gevonden worden grote blokken steen met daarin de botten uitgehakt. Die worden bedekt met gips. Dat is hetzelfde gips dat je om je arm krijgt als die is gebroken. Het gips houdt het gebroken bot in je lijf bij elkaar. Dat doet het ook met fossiele botten. Veilig in het gips worden de botten naar het dinolab gebracht. Daar zagen de vrijwilligers het gips weg. Vandaar dus dat laagje wit stof op de grond! De vrijwilligers halen met een kleine boor zoveel mogelijk het steen rondom het bot weg. Maar hoe dichter je bij het bot zit, hoe lastiger dat wordt. Dan is er ander gereedschap nodig. Carlijne is daar nu net mee bezig: ze is aan het zandstralen.

 

Weet je welke handschoenen nodig zijn?

“Zandstralen” betekent dat je het versteende zand van het bot af schaaft met een dunne “straal” van lucht en bakpoeder. “Dat is gewoon hetzelfde spul als bij de bakker,” zegt Carlijne. “Maar als het zand te hard is, gebruiken we heel kleine bolletjes van glas in plaats van bakpoeder. Daarmee moet je nóg voorzichtiger zijn, want je schaaft al snel goed bot weg.” Carlijne houdt haar oranje handschoenen omhoog. “Deze draag ik als ik met bakpoeder werk. Maar als je de glasbolletjes gebruikt, zijn deze nodig.” Ze wijst op een pakket felrode handschoenen. “Die zijn een stuk dikker!”

Kun je heel precies werken?

Carlijne wilde al sinds haar vijftiende paleontoloog worden. Via haar studie kwam ze in contact met het Dinolab en meldde ze zich als vrijwilliger. Je hebt geen speciale opleiding nodig om in het Dinolab te werken. Maar je moet wel ingewerkt worden, zodat je precies weet wat je moet doen. Hoe gaat dat, dat inwerken? Carlijne: “Het duurde drie dagen. Daarin keken ze of ik het snel genoeg leerde. Je moet heel precies kunnen werken. Als je geschikt bent, dan mag je blijven. Dat klinkt hard, maar het is wel nodig. Je hebt mensen nodig die het werk goed doen, want je wilt natuurlijk niet dat de botten beschadigen.”

Waarom, denk je, ben jij geschikt om in het Dinolab te werken?