Padden wagen ieder jaar weer hun leven
Nederland ligt vol met wegen. Superhandig als je met de auto op bezoek gaat bij oma en opa. Voor veel dieren zijn al die wegen wat minder fijn. Zo worden er ieder jaar weer duizenden padden platgereden door auto’s. Waarom willen die padden allemaal zo graag naar de overkant van de weg?
Onderdeel van:
Net uit de winterslaap
Padden leven een groot deel van het jaar op het land, in bossen en weilanden bijvoorbeeld. Daar gaan ze op zoek naar hun favoriete voedsel: kleine beestjes als insecten, miljoenpoten en spinnen.
Padden zijn koudbloedig. Ze zijn niet in staat om hun lichaam warm te houden. Wanneer het te koud wordt, hebben de dieren te weinig energie voor hun actieve leventje. De dieren kruipen dan in een holletje onder de grond. Zo overwinteren ze. Zodra het weer warm genoeg is, worden de dieren weer actief. Padden die in hetzelfde gebied leven, worden vaak allemaal op ongeveer hetzelfde moment wakker. Ze denken dan allemaal maar aan één ding: voortplanten!
Zoals het klokje thuis tikt…
Paddenvrouwtjes leggen hun eitjes in het water. Dat moet wel, want jonge padden groeien in het water op als dikkopjes of kikkervisjes. Nou ja, paddenvisjes dus eigenlijk. Vaak is er in het gebied waar de padden in de zomer leven geen open water dat geschikt is voor dikkopjes, zoals een vijver of vennetje. Zodra de wrattige tragerikken wakker zijn, gaan ze daarom massaal op pad. De dieren gaan dan niet zomaar op zoek naar geschikt water. Ze gaan bijna altijd terug naar de plek waar ze geboren en opgegroeid zijn. En dat doen ze ieder jaar weer.
De padden komen in grote aantallen aan bij het water. De vrouwtjes zetten daar hun eiersnoeren af, die meteen bevrucht worden door de mannetjes. De mannetjes kruipen hiervoor bovenop de vrouwtjes.
Een weg in de weg
Padden die een weg oversteken, hebben dus een goede reden om dat te doen. Ze willen naar hun voortplantingswater of terug naar de plek waar ze de rest van het jaar leven. Helaas zijn padden traag en doen ze er lang over de weg over te komen. Veel padden overleven de oversteek dan ook niet. Gelukkig zijn er mensen die de padden ieder jaar een handje helpen: ze verzamelen de padden in emmers en dragen ze de weg over. Op plekken waar ieder jaar weer veel padden oversteken, zijn vaak borden neergezet om automobilisten te waarschuwen. Ook worden er soms hekjes langs de weg geplaatst, zodat de padden niet zomaar de weg oplopen. De dieren kunnen dan alleen via speciaal gegraven tunnels aan de overkant komen.
Helpt het?
Nederlandse onderzoekers ontdekten dat deze hekjes en tunnels niet altijd goed werken. Dieren springen over de hekjes of lopen eromheen. Of ze vinden de tunnels niet en komen daardoor nooit bij het water aan.
Toch blijft het belangrijk de padden te helpen. Op verschillende plekken lijkt het erop dat de dieren veel last hebben van wegen: er leven daar steeds minder padden. Misschien moeten mensen voortaan wat beter nadenken voordat we weer een weg aanleggen dwars door het leefgebied van dieren?