Is natuur in de stad belangrijk?
Evolutiebioloog Menno Schilthuizen vindt van wel. “Steden groeien, waardoor natuurgebieden krimpen. Daarom moet er meer natuur komen in steden. Natuur is ook belangrijk voor de mensen die in de stad leven. Mensen zijn gelukkiger met planten en dieren om zich heen. Ook verbouwen we vaker zelf voedsel in de stad. Daar zijn bestuivers voor nodig en dieren die de grond vruchtbaar maken.”
Plantenbioloog Marco Roos vult aan: “Natuur in de stad is ook belangrijk, omdat het klimaat verandert. De temperaturen stijgen. De stad is grotendeels van steen gemaakt. Steen warmt snel op in de zon en koelt maar langzaam af. Planten zorgen ervoor dat de stad minder opwarmt. Planten op muren of daken houden gebouwen koeler.”
Is de stad slecht voor de natuur?
Volgens schimmelexpert Hans Adema zijn steden niet per se slecht voor de natuur. “Er leven soms zelfs meer soorten in een stad dan op het platteland eromheen. We kunnen wel wat meer doen om de natuur te helpen. Veel tuinen bestaan bijvoorbeeld volledig uit steen, waardoor de stad opwarmt.”
Hoe ziet natuur in de stad er in de toekomst uit?
Barbara Gravendeel, plantenbioloog bij Naturalis zegt: “Kijk naar grote stad als Tokyo in Japan, daar zijn veel daktuinen. Dat kan onze toekomst zijn. Ik verwacht dat er in de toekomst altijd planten in steden zullen zijn. Ook al zouden mensen zelf geen planten neerzetten, ze komen er vaak onbedoeld toch terecht.”
Insectenexpert Roy Kleukers ziet het positief: “Ik denk dat het in de toekomst beter zal gaan met insecten in de stad. Steden worden steeds warmer en daar houden veel insecten van. Hoe warmer de stad, hoe meer soorten er kunnen leven. Daarnaast waarderen mensen insecten steeds meer. Ze laten meer wilde planten in de tuin toe en maaien en snoeien minder netjes. Hierdoor krijgen insecten meer kansen.
Hoe helpen we de natuur in steden in de toekomst?
Plantenbioloog Marco Roos zegt dat steden steeds groter worden. “Daarom moeten we bij het bouwen van steden meer rekening houden met dieren en planten. Bijvoorbeeld met de verspreiding van insecten. We moeten meer de natuur volgen. Dan kan de stad positief veranderen.”
Is het erg als de hele wereld zou bestaan uit steden?
Volgens evolutiebioloog Menno Schilthuizen wel, omdat niet alle soorten in de stad overleven. “Sommige soorten kunnen zich niet aanpassen. Er zijn wel stukjes ongestoorde natuur in de stad, maar niet genoeg. Het is dus belangrijk dat we naast natuur in de stad ook natuur buiten steden behouden.”