Kikkers zijn aangepast aan een veranderende omgeving. Ze leven in sloten en vijvers, waar één kleine verandering van grote invloed is voor de kikkers. Droogte of zware regenval zorgt voor minder voedsel of meer roofdieren. Deze veranderende omgeving zorgt er voor dat het de kikkers heel vaak een beetje tegen zit. Hoe zorg je dan als kikker dat de jongen deze grote boze wereld aankunnen? De oplossing van de kikkers is heel erg veel eitjes maken! Want dan overleven er vast wel een paar.
Duizenden kikkers
Al die eitjes moeten worden bevrucht, en dat gebeurt bij de paring. Een mannelijke kikker klemt zich op de rug van het vrouwtje vast. Als het vrouwtje de eitjes in het water legt, bevrucht het mannetje er zoveel mogelijk door zijn sperma er overheen te laten glijden. Alles gebeurt buiten de lichamen van de kikkers. Na de bevruchting laten het mannetje en het vrouwtje al die duizenden eitjes zomaar achter. Als de eitjes eenmaal bevrucht en wel in de sloot liggen, zijn de kikkers toe aan rust.
Op eigen houtje
Ook later kijken de ouders niet meer op of om naar hun jongen. De jongen staan er nu helemaal alleen voor. Uit al die duizenden eitjes komen honderden kikkervisjes. Veel eitjes komen nooit uit, omdat er iets misgaat in de groei óf omdat het mannetje er niet in is geslaagd ze te bevruchten. Van die honderden kikkervisjes overleven er maar een handjevol totdat ze volwassen zijn. Veel kikkervisjes eten niet genoeg of worden zelf opgegeten. Slechts een paar van deze volwassen kikkers krijgen daarna zelf weer jongen.
Bij voorspoed of tegenspoed
Bij tegenspoed zorgen zoveel eitjes dus toch voor een paar volwassen kikkers. Zo blijven er altijd kikkers over. Zelden hebben de kikkers een keer voorspoed. Er is dan volop eten beschikbaar of er zijn weinig roofdieren. Al die kikkervisjes overleven dan prima. Heel veel van die kikkereitjes worden volwassen kikkers. In zo’n situatie groeit de hoeveelheid kikkers enorm snel. Er ontstaat al snel een kikkerplaag. Bij de Noord-Amerikaanse stierkikker is dit het geval. Mensen hebben hem meegenomen naar Zuid-Amerika, Europa en Azië waar hij oorspronkelijk niet voorkomt en geen natuurlijke vijand heeft. Daar heeft de stierkikker in maar een paar jaar een enorme hoeveelheid kikkers voortgebracht! Heel goed voor die stierkikker natuurlijk, maar de andere kikkers zijn daar niet zo blij mee. De stierkikker eet namelijk de andere kikkers op.