Ammonieten

Bas Konijnendijk, 26 september 2017

Heb je wel eens een fossiel gevonden? Bijvoorbeeld een versteende schelp, een haaientand, een stuk hout of een blad van een plant? Dan vind je het vast ook leuk om een ammoniet te vinden. Misschien heb je er zelfs al eentje thuis.

Wat is een ammoniet eigenlijk?

Een ammoniet is een inktvisachtige die in een soort slakkenhuis woont. Miljoenen jaren geleden zijn ze uitgestorven. Maar hun huizen vinden we nog steeds terug. Omdat ze zo lang in de grond lagen, zijn ze in steen veranderd.

Naturalis Biodiversity Center | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Ammonieten bij in elkaar in één fossiel.

Leven voor en tijdens de dinotijd

Iets meer dan 400 miljoen jaar geleden, in een tijdperk dat laat-Siluur wordt genoemd, ontstond er een nieuwe inktvisachtige. Die beschermde zichzelf tegen inktvisseneters door een schelp om zich heen te bouwen. In deze schelp trokken ze zichzelf terug als er gevaar dreigde. De schelpen zien er spiraalvormig uit, zoals bij slakkenhuizen, maar ze spiralen alleen naar buiten, niet omhoog. Ammonieten hebben heel erg lang geleefd. Pas aan het einde van het Krijt-tijdperk, zo’n 65 miljoen jaar geleden, zijn ze uit de zeeën verdwenen, ongeveer gelijktijdig met de dinosaurussen.

Weekdieren

Inktvissen en inktvisachtigen zijn weekdieren. Ze hebben bijna geen harde delen in hun lichaam, zoals wij ons skelet hebben. Net als bijvoorbeeld kwallen, of slakken, blijft er als ze dood gaan niets over om te verstenen. De van een hardere kalksoort gemaakte huizen, waar de ammonieten in leefden, waren juist heel geschikt voor verstening en net als schelpen worden ze erg vaak als fossiel gevonden.

Kamers om te groeien

De schelpen van een ammoniet waren niet alleen maar voor de veiligheid. Als een ammoniet groeide, had hij meer ruimte nodig. De ammoniet maakte een nieuwe kamer die groter was dan de vorige. De schelp van een ammoniet is dus eigenlijk niets anders dan een hele rij kamers achter elkaar, van klein naar groot, in een spiraalvorm. Alle lege kamers vulde de ammoniet met gas. De kamers hebben allemaal een klein gaatje waar het gas in en uit kon. Zo kon hij omhoog en omlaag zwemmen. Aan de buitenkant van de schelp zitten vaak allerlei ribbels, die ervoor zorgden dat de schelp moeilijker te kraken was door natuurlijke vijanden. Ribbels zijn er in veel soorten en maten. Makkelijk om soorten ammonieten aan te herkennen.

(c) Naturalis | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0
Hier kan je de ribbels op de ammoniet goed zien

Ammonieten zijn gidsfossielen

Ammonieten hebben verschrikkelijk lang bestaan. Meer dan 300 miljoen jaar lang ontstonden er steeds weer nieuwe soorten. Die soorten leefden soms na elkaar en soms tegelijk met elkaar. De verschillende soorten zijn goed herkenbaar aan de vorm van hun schelp. Ammonieten vertellen ons iets over de ouderdom van de aardlaag. Het zijn goede gidsfossielen. Als je een ammoniet vindt en je weet in welke tijd hij leefde, dan weet je gelijk hoe oud het gesteente is waar hij in ligt. Voor onderzoekers zijn ze heel nuttig om de ouderdom van aardlagen te bepalen!

Ammonieten tussen het gesteente
(c) Naturalis I Door Bas Konijnendijk | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0

Op zoek

Ammonieten leefden in vrijwel alle wereldzeeën. Daarom kun je ze nu in veel landen vinden. In Duitsland, Frankrijk en Engeland kom je ze al tegen. Dus let maar eens op, wie weet vind je zelf binnenkort je eerste eigen ammoniet!

(c) Naturalis I Door Bas Konijnendijk | Licentie: CC BY-NC-SA 4.0
Ga jij ook op zoek naar je eerste ammoniet?