Katja Peijnenburg

planktononderzoeker
Niels Kerstes, 31 juli 2019

De aarde is voor het grootste deel bedekt met water. Dat water zit vol met leven. Toch doen veel wetenschappers liever onderzoek naar het leven op het land. Katja Peijnenburg niet. Zij wil juist alles weten van beestjes die zweven in de oceanen.

Wat onderzoek je?

“Ik onderzoek plankton. Plankton is een verzamelnaam voor planten en dieren die midden in het water leven, maar niet tegen de stroom in kunnen zwemmen. Het dierlijke plankton bestaat uit onder andere wormen, kreeftjes, garnaaltjes en slakjes. Mensen denken vaak dat plankton altijd klein is, maar dat hoeft niet per se: kwallen horen er bijvoorbeeld ook bij. De laatste jaren doe ik vooral onderzoek naar planktonslakjes. Deze slakken hebben mooie namen: zeevlinders en zee-engelen. Zeevlinders hebben hun hele leven een schelp. Zee-engelen alleen als jonkie. Volwassen zee-engelen hebben geen schelp meer. Het zijn dan eigenlijk een soort zeenaaktslakken.”

Katja Peijnenburg | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Dierlijk plankton onder de microscoop
Links een zeevlinder met schelp, rechts een zee-engel zonder schelp.
Katja Peijnenburg | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Petra Sonius | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Katja onderzoekt een vergroot 3D model van een kalkschelp

Waarom onderzoek je planktonslakjes?

“Er zit steeds meer koolzuurgas, CO2, in de lucht. Een deel van het CO2 lost op in de zee. Hierdoor wordt de zee iets zuurder. Niet zo zuur dat het zeewater ook echt zuur gaat smaken, maar wel zuurder dan dat de zee eerst was. Voor dieren met een schelp van kalk, zoals mosselen en slakjes, is dat een probleem. In zuurder water zit minder carbonaat. De dieren gebruiken dit carbonaat om hun kalkschelp van te bouwen. Wij ontdekten dat slakjes in de oceaan dunnere schelpjes maken als de zee zuurder is.

Als evolutiebioloog vraag ik me dingen af als: waarom hebben die slakken eigenlijk een huisje? Is het slecht als hun huisjes dunner worden? Of als ze helemaal geen huisje meer hebben? Kunnen ze dan nog leven? Kunnen de slakken zich aanpassen aan de veranderende oceaan? Ik wil ook graag weten hoeveel slakkensoorten er zijn en waar die precies voorkomen.”

Hoe doe je het onderzoek?

“Om plankton te verzamelen, gooien we een planktonnet uit. Dat gaat het beste vanaf een onderzoeksschip. Dan kun je het net honderden meters diep laten zakken. Ik ben zelf twee keer meegeweest op een grote oceaanexpeditie van zeven weken. Op een Brits schip voeren we van Engeland naar de Falklandeilanden. Dat is zo’n 14.000 kilometer! Elke nacht verzamelden we plankton. Dat deden we ‘s nachts, omdat planktondieren dan minder diep in het water zweven. We bekeken welke slakkensoorten waar voorkwamen. Tijdens de laatste expeditie deden we ook experimenten aan boord van het schip. We onderzoeken nu de resultaten. We willen graag weten hoe goed de slakjes hun schelpjes kunnen maken in zeewater waar meer of minder CO2 in zit.”

Katja Peijnenburg | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Katja (rechts) en collega’s Lisette en Debbie van Naturalis voor het onderzoeksschip
Katja in Hawaii met een groot planktonnet.
Katja Peijnenburg | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0

Hoe kwam je erbij om onderzoek aan kleine zeediertjes te doen?

“Toen ik zeven of acht jaar oud was, vond ik dieren als insecten en slakken al leuker dan grotere dieren. We gingen in die tijd vaak in Zeeland op vakantie. Samen met mijn zusje ving ik daar krabben en hield die als huisdier. Ik ben ook een beetje een avonturier. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te ontdekken. Dat is ook waarom ik de oceaan graag onderzoek.”

Youtube I Studio de Maan | Licentie: CC BY

Zeevlinders en zee-engelen in de diepzee.

Katja Peijnenburg | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Een pijlworm.

Op welke ontdekking ben je trots?

“Eerder deed ik onderzoek naar ander plankton: pijlwormen. Ik ontdekte dat pijlwormen uit de Noordzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee allemaal heel anders zijn. Vroeger dachten biologen dat zeeën overal eigenlijk hetzelfde waren. Dat het één pot nat was. Daarom dachten ze dat ook het leven in de zeeën overal hetzelfde zou zijn, en dat het daarom niet zo interessant was om plankton te bestuderen. Maar het blijkt dat er zoveel soorten plankton zijn, dat je er je hele leven wel onderzoek naar kunt doen!”

Katja maakte mooie filmpjes van plankton onder de microscoop. Bekijk ze hier.