Hoe graaf je een dino op? Paleontoloog Anne Schulp vertelt wat je nodig hebt en legt uit hoe je te werk gaat.
Wat ben je aan het onderzoeken?
We zijn met veel dingen bezig. Opgravingen in Winterswijk, in Angola, en met ons team graven we nu langnekdino's op in Wyoming, in de VS. We halen megagrote botten uit de grond. Ik zie weer een stukje beter hoe het was in de dinotijd.
Wat kun je met fossielen?
Ik kan ermee tijdreizen naar miljoenen jaren geleden. Uit een skelet van een dinosaurus halen we veel informatie. Aan de botten zien we welke dinosoort het is en hoe hij er ongeveer uitzag. Aan tanden zien we wat de dino at en aan voetporen hoe hij bewoog. Maar kleur of geur wordt niet echt goed fossiel. Dat moet je zelf bedenken. Niet door te gokken, maar door te kijken bij dieren van nu. Veel dieren hebben een schutkleur, maar niet allemaal. Mannetjesvogels zijn bijvoorbeeld vaak feller van kleur dan vrouwtjes. Misschien was dat ook zo bij dino's. Vogels zijn immers ontstaan uit dino's. Een paleontoloog is ook een beetje bioloog.
Waarom vind je de dinotijd interessant?
Omdat de evolutie bij dinosauriërs flink tekeer ging. Tussen 230 miljoen en 66 miljoen jaar geleden verschenen de meest fantastische vormen: langnekken, aanstellerig gehoornde triceratopsen en reusachtige vleeseters als Tyrannosaurus rex. Na een tijdje stierven ze uit en toen verschenen er weer nieuwe soorten. In de dinotijd is ook veel ontstaan van wat je nu om je heen ziet: bloemplanten, bestuivende insecten, vogels én zoogdieren.
Wat wil je ontdekken?
De dinotijd was een tijd van grote veranderingen. Door die te onderzoeken ontdekken we hoe evolutie werkt. En daarmee kunnen we ook een beetje in de toekomst kijken. Omdat de mens zijn stempel op de aarde drukt, is het belangrijk om te voorspellen welke kant de natuur straks opgaat. Dat zijn grotere vragen waar we met z’n allen graag het antwoord op willen vinden.
Is je werk altijd leuk?
Soms juist best saai. Nadat we T. rex Trix opgroeven, hebben we haar eindeloos opgemeten. Meetlint, schuifmaat, 3D-scanner, we willen alles over het skelet vastleggen. Eigenlijk zit ik vaker achter mijn bureau in het museum dan op een opgraving. Dat maakt het afwisselend. In het museum heb ik de tijd om rustig na te denken. Collega’s en studenten om mee te sparren, en apparatuur om onze vondsten goed mee te bekijken.
Werk je liever alleen of samen?
Ik vind het veel fijner om met een team te werken. Paleontoloog Sifra Bijl maakte slijpplaatjes van de botten van Trix en telde de groeiringen. Ze ontdekte hoe oud Trix was toen ze stierf. Geoloog Pim Kaskes onderzocht het zand rondom Trix. Hij ontdekte dat het tijdens een stortbui is aangevoerd en Trix snel heeft bedolven. Daarom is ze zo goed bewaard gebleven. Je ziet, als paleontoloog doe je het nooit alleen.