Oké, vogelbekdieren en mierenegels zijn dus zoogdieren. Maar het zijn zeker geen gewone zoogdieren. Vooral het vogelbekdier is een vreemde vogel...uh, een vreemd zoogdier dus. Hij heeft een snavel. Zijn opvallende poten hebben wel wat weg van de zwemvliezen van watervogels. In tegenstelling tot de meeste zoogdieren zijn vogelbekdieren giftig: de mannetjes hebben giftige sporen op hun achterpoten.
Echte zoogdieren
Zijn vogelbekdieren en mierenegels dan wel echt zoogdieren? Ja hoor. Ze hebben echte zoogdiereigenschappen. Ten eerste hebben vogelbekdieren en mierenegels, net als andere zoogdieren, een vacht van haren. Ten tweede zogen ze hun jongen. Dat betekent dat de jongen melk drinken bij hun moeder. Deze melk wordt net als bij andere zoogdieren in melkklieren gemaakt. Terwijl de meeste jonge zoogdieren de moedermelk via tepels drinken, hebben eierleggende zoogdiermoeders geen tepels. De melk van mierenegels en vogelbekdieren komt via de huid naar buiten. Ze ‘zweten’ dus eigenlijk melk. De jongen likken of slurpen de melk van de huid op.
Vogelbekdieren eten onder andere insecten, larven en wormen die in het water leven. Wanneer vogelbekdieren duiken, sluiten ze hun ogen, oren en neusgaten. Wonder boven wonder weten ze hun prooien toch te vinden. Ze doen dit met hun snavel. Hiermee vangen ze kleine elektrisch signalen op, die door hun prooien worden gemaakt wanneer zij bewegen.
Zonderlinge egels
Mierenegels lijken op het eerste gezicht wat minder vreemd dan vogelbekdieren. Maar ja, ze leggen dus ook eieren. Daarnaast hebben ook mierenegelmannetjes gifklieren in hun achterpoten. Er komt alleen geen echt gif uit. Ze gebruiken de klieren waarschijnlijk vooral om er geurstoffen mee uit te scheiden. Wetenschappers toonden daarnaast aan dat ook mierenegels elektrische signalen voelen met hun snuit, hoewel ze dat niet zo goed kunnen als vogelbekdieren.
Waar reptielen en zoogdieren vandaan komen
Hoe kan het dat vogelbekdieren en mierenegels eieren leggen? Reptielen en zoogdieren lijken heel verschillend. Maar ooit, zo’n 320 miljoen jaar geleden, leefden er dieren die de voorouders van zowel de reptielen als de zoogdieren waren. Deze dieren hadden vier poten, leefden op het land en legden eieren. Een deel van deze dieren ontwikkelde zich in de loop van de tijd tot de reptielen die we nu kennen. Een ander deel van deze dieren ontwikkelde haren en melkklieren en werd warmbloedig: de zoogdieren.
Zo’n 160 miljoen jaar geleden ontstonden er zoogdieren die geen eieren meer legden, maar hun jongen levend baarden. Deze dieren zijn weer de voorouders van de meeste zoogdieren die nu nog leven: mensen, leeuwen, koeien en hazen, maar ook buideldieren als koala’s en kangoeroes. Maar niet alle zoogdieren stopten met het leggen van eieren: vogelbekdieren en mierenegels doen het nu nog steeds. Eigenlijk is het dus helemaal niet zo verwonderlijk: hun verre voorouders deden het ook al.