Met het massieve schild als bescherming kan de alligator de schildpad weinig aandoen behalve hem gevangen houden.
Vroegere schilden
De voorouder van de schildpad was een echte graver. Hij had nog geen schild zoals de schildpadden van nu. Bij het graven is een stevige borst handig. Die weerstaat dan meer kracht en het dier kan beter door harde grond graven. Het hebben van bredere ribben gaf die stevigheid aan de voorouder van de schildpad. Bij de buik groeiden de ribben daarom steeds breder. Dat had ook een nadeel: door het zware, brede lichaam kon het dier zijn poten lastiger bewegen. Zo werd het dier steeds trager. Wegrennen voor roofdieren ging niet meer, dus ze moesten zich op een andere manier beschermen.
Botten als bescherming
De bescherming kwam van diezelfde brede ribben. Eerst konden roofdieren natuurlijk gewoon nog tussen de ribben door bijten, maar hoe breder de ribben groeiden, hoe lastiger dat werd. Dat gold ook voor de rugzijde van de ribben, waar ze daarom ook steeds breder groeiden. Na miljoenen jaren groeiden de ribben zó breed dat ze tegen elkaar aan kwamen te zitten. Ze vergroeiden tot één bot. Er ontstond een buikschild én een rugschild. De rugwervels en het borstbeen werden door de schilden opgenomen in de massieve botten. Uiteindelijk groeiden ook het buikschild en het rugschild aan elkaar vast. Zo ontstond het schildpaddenschild.
Land en zeeschildpadden
Sommige schildpadden bleven op het land. Daar zijn ze traag en is het schild hard nodig. Als er gevaar is, trekken ze hun kop en ledematen in. Zo is het hele lichaam beschermd. De voorouders van de zeeschildpadden gingen in het water leven. Voor hen was een net wat minder massief schild beter. Zwemmen en drijven is dan veel gemakkelijker. Bovendien zijn schildpadden in het water lang niet zo traag, en is de bescherming minder nodig. Omdat minder massieve schilden handiger waren, is het schild van de zeeschildpad langzaam veranderd. De rug- en buikschilden zitten los van elkaar en zijn niet helemaal sluitend.
Groeien met een schild
We weten hoe een schildpad aan zijn schild komt, maar hoe groeit dat schild met de schildpad mee? Babyschildpadden komen al met een volledig schild uit het ei gekropen. De schildpad vervangt het schild niet in zijn geheel zoals een slang dat doet met zijn huid. Het schild groeit gewoon mee met de rest van de botten! Om het schild zit de huid, en daarop zitten hoornschilden. Deze hoornschilden zijn een soort schubben, of kleine schilden. Ze zijn gemaakt van keratine, dezelfde stof als die van nagels. De kleur en vorm van het hoornschild verschilt per dier. Zo nu en dan schuurt de schildpad een laagje van een hoornschild af, tegen een steen of boom. Er onder vandaan verschijnt dan een nieuwe, iets grotere laag hoornschild. Zo groeien de hoornschilden met het schild mee.