Bromelia’s komen voor in Midden- en Zuid- Amerika in tropische of sub-tropische gebieden. Ze groeien vaak op bomen. Meer dan de helft van de dieren in het regenwoud leven hoog in de bomen. Sommigen komen zelfs nooit op de grond! Dat is onder andere mogelijk door bromelia’s. Vogels en vleermuizen drinken uit bromelia’s, uit het water dat blijft staan tussen de bladeren. Andere dieren, zoals muggenlarven of kikkervisjes vinden zo’n privé badje veiliger dan de grote rivier.
Ananas
De meeste bromelia’s bloeien maar één keer in heel hun leven, zo ook de bekendste: de ananas. De bloem bestaat eigenlijk uit heel veel bloemen bij elkaar; een samengestelde bloem. Kijk maar eens van dichtbij naar een ananas. Nadat de bloemen bestoven zijn, zwelt de ananas op totdat hij eetbaar is. Daarna gaat de plant dood. Je kunt wel weer een nieuwe ananas planten door de bovenkant, die op een mini-bromelia-plantje lijkt, op de vochtige grond te zetten. Na een tijdje gaat hij groeien en na drie jaar is er een nieuwe ananas.
De koning van de bromelia’s
De meeste bromelia’s worden maximaal één meter hoog, maar Puya raimondii niet. Zijn zwaardvormige bladeren reiken tot 3 meter hoogte en de bloem tot wel 15 meter. Als je goed kijkt, bestaat de bloem uit duizenden losse bloemen. Stel je voor dat je die in een vaas stopt. Hij bloeit helaas maar eens in de 40 jaar. Puya’s groeien en bloeien niet snel omdat ze in het koude Andesgebergte voorkomen. Tussen de 3000 en 4000 meter hoog! Dus niet in de tropen, zoals de meeste bromelia’s. Helaas gaat het niet goed met Puya raimondii en is het een bedreigde plantensoort.
De ontdekking
Puya raimondii is in 1830 ontdekt door een Franse wetenschapper, maar omdat hij niet bloeide telde het niet. De bladeren van plantensoorten kunnen er hetzelfde uitzien. Pas als je de bloem ziet en hij is nieuw, weet je zeker dat het een nieuwe soort is. Dat gebeurde pas 44 jaar later door de Italiaanse meneer Raimondi.