Wat is glaciologie?
‘’Glaciologie wordt ook wel gletsjerkunde genoemd’’, vertelt Agatha. “Een glacioloog is een geoloog die onderzoek doet naar ijs, gletsjers, ijstijden (glacialen) en alles wat daarmee te maken heeft. Hij of zij onderzoekt hoe het gaat met de ijskappen, waar ze smelten en waarom ze daar smelten. Naast ijs van nu, bestudeert een glacioloog ook ijstijden uit het verre verleden.’’
Hoe onderzoek je een ijstijd uit het verre verleden?
‘’IJstijden laten veel sporen achter in het landschap. Aan deze sporen is te zien waar ooit landijs lag, en hoe het landijs bewoog. Zo zijn bijvoorbeeld de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwse stuwwal ontstaan tijdens het Saalien, zo’n 238 tot 126 duizend jaar geleden. Een ijskap vanuit Scandinavië bewoog over Nederland. Op de plek waar nu de Utrechtse heuvelrug en Veluwse stuwwal liggen, duwde de ijskap de grond omhoog.’’
Waarom deed je veldwerk in Zweden?
‘’Op veldwerk in Zweden zie je hoe het Nederlandse landschap eruit zag tijdens de ijstijd. Zweden heeft gletsjers en gebieden met permafrost. Permafrost is bodem die het hele jaar door bevroren is. Door landijs en permafrost te onderzoeken leren we de sporen die ijs achterlaat op het landschap te herkennen. Zo begrijpen we de sporen van ijstijden die al voorbij zijn beter. Verder was het ook heel erg leuk om daar veldwerk te doen! ’’
Waarom willen onderzoekers ijstijden begrijpen?
‘’Het is belangrijk om te begrijpen hoe ijstijden in het verleden verliepen, om het klimaat van de toekomst te voorspellen. Er zijn perioden geweest na ijstijden dat er geen ijs meer op de aarde was. Bijvoorbeeld tijdens het Trias, 252-201 miljoen jaar geleden. De tijd van de eerste dino’s. Het klimaat was warmer en droger dan nu. Grote delen van de aarde waren woestijnachtig.
Het poolijs smelt steeds verder weg. Door het verleden te bestuderen zien we welke gevolgen landijs en de verdwijning van landijs op het klimaat had. Zo hopen we erachter te komen welke gevolgen de afname van landijs nu op de aarde heeft.”
Wanneer wist je dat je glacioloog wilde worden?
‘’Mijn interesse is gewekt toen ik op wintersport was. Ik snowboard elk jaar door prachtige, witte bergen met overal sneeuw en ijs. Ik wilde altijd al meer weten over deze wonderlijke gebieden. Wat ik vooral interessant vond, waren de gletsjers. Op wintersport stroomde er altijd water onder de gletsjer vandaan. Tegelijkertijd was het zo koud dat al het water bevroren zou moeten zijn. Hoe kon het dan onder de gletsjer vandaan stromen? Daar moest ik meer van weten! Tijdens mijn studie heb ik geleerd dat gletsjers zo zwaar zijn, dat ze hard op de ondergrond drukken. Door die druk komt warmte vrij waardoor de onderkant van de gletsjer smelt, en het water ondanks de koude temperatuur toch stroomt!”