Waarschuwingskleuren schreeuwen om aandacht

Fabiën Bruine de Bruin, 7 augustus 2017

In de natuur vind je de raarste kleuren. Er zijn bijvoorbeeld dieren die hun kleuren gebruiken om zich te verstoppen of juist om te versieren, andere waarschuwen met hun kleuren. “Eet mij niet op!”

Onderdeel van:

Hoe goed herken jij gevaar?

Geel-zwart betekent meestal: “Gevaar!”. Een wesp komt niet over als een lekker maaltje. Er zijn nog veel meer dieren met deze en andere opvallende kleuren. Zijn ze allemaal gevaarlijk? Welke zijn niet gevaarlijk? Waarom hebben ze dan toch opvallende kleuren?

Lieveheersbeestje

Iedereen kent het brandweerrode lieveheersbeestje met zwarte stippen. Hij is heel opvallend tussen de groene bladeren. Toch eten vogels ze niet op, ook al kunnen ze super goed rood zien. Die hebben namelijk al eerder een lieveheersbeestje geproefd en weten dat ze verschrikkelijk vies smaken. Misschien heb je wel eens gezien dat een lieveheersbeestje een geel druppeltje naar buiten ‘plast’. Dat druppeltje ruikt vies, smaakt super bitter en het is ook nog eens giftig voor kleine roofdieren. Het gif is een mengsel van verschillende soorten gif. De rode kleur waarschuwt voor dit gif en beschermt zo het lieveheersbeestje.

(c) Naturalis I Licentie: CC BY-NC-SA-4.0
Lieveheersbeestjes

Soms kom je een lieveheersbeestje tegen dat niet rood is, maar zwart of geel. Geel valt niet zo op als rood en zwart al helemaal niet. Is het voor zo’n lieveheersbeestje dan minder nuttig om te waarschuwen?

Dat is precies wat onderzoekers van de universiteit van Exeter en Cambridge zich af vroegen. Ze zochten naar zoveel mogelijk verschillend gekleurde lieveheersbeestjes, waarna ze keken hoe giftig ze zijn. En wat bleek? Hoe giftiger het lieveheersbeestje, hoe feller de kleur. De felle kleuren zijn dus echt waarschuwingskleuren. De minder opvallende beestjes hebben minder gif om zich te beschermen, maar ze kunnen zich wel beter verstoppen dan de brutale rode.

(c) Naturalis I Licentie: CC BY NC-SA-4.0
Zeenaaktslakken

Zeenaaktslak

De mooiste kleuren ter  wereld vind je misschien wel op koraalriffen. Een dier dat bijna niemand kent, maar wel de aandacht verdient, is de zeenaaktslak. Zeenaaktslakken hebben twee voelsprieten waarmee ze voelen, ruiken en proeven. De uitsteeksels op de rug zijn uitwendige kieuwen, waarmee ze onder water ademhalen. Als ze uit het ei kruipen zijn ze nog heel klein en zwemmen ze rond als plankton. In dat stadium (het larve-stadium) hebben ze een huisje. Na een paar weken zijn ze groter geworden, kruipen ze over de bodem van de oceaan en verliezen ze het huisje. Hebben ze het huisje dan niet nodig ter bescherming? Nee, want volwassen zeenaaktslakken scheiden gifstoffen uit door de huid. Daar hebben roofvissen geen trek in. Het is geen geheim wapen, want de kleuren waarschuwen weer: “Eet mij niet op, ik ben giftig!”