In een dierentuin zijn er voornamelijk zoogdieren te zien. Dit is zo gek nog niet, want veel mensen zijn meer geïnteresseerd in harige beren dan in stekende wespen. Voor taxonomen zijn wespen interessanter dan beren. Waarom? Naar schatting zijn er maar een paar duizend zoogdieren, terwijl er miljoenen insecten op deze planeet rondzwerven. Vele insectensoorten zijn nog niet ontdekt, terwijl de zoogdieren bijna allemaal al zijn ingedeeld. Dit maakt insecten dus interessanter voor taxonomen dan zoogdieren. In de collectie van Naturalis liggen miljoenen insecten opgeslagen. Misschien zitten hier nog wel tientallen nieuwe soorten tussen!
Wat is taxonomie?
Taxonomie is het indelen en benoemen van organismen in verschillende rangen en groepen. Je kunt dat indelen niet zomaar doen; hier zijn strenge regels over afgesproken. Carl Linnaeus heeft de regels in 1735 bedacht en deze worden nog steeds gebruikt. De indeling is wel veranderd. Tegenwoordig wordt de levende natuur ingedeeld in drie domeinen. Hierbij is een onderverdeling gemaakt tussen twee soorten bacteriën (de archaebacteriën en de bacteriën) en de Eukaryoten. De Eukaryoten hebben een celkern. Hieronder vallen bijvoorbeeld planten en dieren, waaronder ook de mens.
Telkens wanneer je in de indeling een rang naar beneden gaat, horen er specifieke kenmerken bij de groep. Onderaan de indeling staan de soorten. Iedere ontdekte soort krijgt een wetenschappelijke naam, waarbij het eerste gedeelte de naam van het geslacht is en het tweede deel de soort zelf aangeeft. De leeuw heeft bijvoorbeeld als wetenschappelijke naam Panthera leo, terwijl de tijger Panthera tigris heet. Ze behoren dus tot hetzelfde geslacht, maar tot een andere soort.
Het ontdekken van een nieuwe soort
Niet alleen kinderen gaan met een vlindernetje achter insecten aan. Ook grote kinderen, zoals biologen, rennen achter beestjes aan om de mooiste te pakken te krijgen. Hiermee begint het ontdekken van een nieuwe soort. De gevangen insecten worden opgestuurd of meegenomen naar Naturalis, waar ze nauwkeurig worden bewaard om te kunnen onderzoeken.
Om een insect te onderzoeken en benoemen wordt er gebruik gemaakt van een microscoop en een determinatietabel. Een zoekkaart is een versimpelde versie van een determinatietabel. Ze stellen je vragen over kenmerken die aanwezig kunnen zijn bij het insect. Hierop antwoord jij ja of nee en kom je uiteindelijk uit op de soortnaam die jij zoekt. Als er heel andere kenmerken voorkomen bij het insect, bestaat de kans dat je een nieuwe soort hebt ontdekt.