Waarom onderzoek in Bhutan?
“Met het Bhutan Biodiversity Project willen we in kaart brengen welke insecten- en slakken soorten er in Bhutan leven”, vertelt Vincent. “Bhutan is de perfecte plek voor dit soort onderzoek, omdat de natuur van het land nauwelijks door de mens is aangetast. Het is er bovendien veilig en natuur en natuurbescherming krijgen veel aandacht van de overheid. Het land ligt tussen de tweehonderd en zevenduizend meter hoogte. Er zijn daarom veel verschillende soorten leefgebieden, zoals subtropische bossen en vlakten hoog in de bergen. Dat zorgt voor een grote hoeveelheid verschillende diersoorten.”
Hoe wordt er aan het project gewerkt?
“Kenners uit Nederland en Bhutan werken samen aan het project. Veel van de Nederlanders die bijdragen zijn geen wetenschappers, maar weten zoveel van de diergroep dat ze toch deskundig zijn. Jaarlijks zijn er een aantal kleine expedities waarbij de kenners uit Bhutan en Nederland dieren verzamelen. Voor elke diergroep zijn meerdere expedities nodig. Zo is juni een goede tijd voor veldwerk in de bergen, maar het is dan veel te warm in het laagland. Een groot deel van de nieuw ontdekte dieren gaat mee terug naar Nederland, waar ze een naam krijgen en worden beschreven. Uiteindelijk worden alle dieren opgenomen in de collectie van Bhutan. Inmiddels zijn er over de verschillende diergroepen handboeken gemaakt en posters verspreid op de scholen van Bhutan.”
Hebben jullie tijdens het project ook nieuwe soorten ontdekt?
“Jazeker, zo hebben we enkele jaren geleden een nieuw libellensoort ontdekt die we vernoemd hebben naar de kroonprins van Bhutan. Het koningshuis heeft veel aanzien in Bhutan, dus dat leverde veel aandacht op voor het werk dat we daar doen. Libellen zijn mijn passie, maar we hebben ook al veel verschillende soorten nachtvlinders, slakken en kevers ontdekt.”
Hoe ziet de toekomst er uit?
“We hopen nog zeker zo’n tien jaar in Bhutan actief te blijven en onze nieuwe kennis met de bevolking te delen. De boeren in Bhutan zijn sterk afhankelijk van verschillende bestuivers, zoals hommels. We weten dat het land hard geraakt wordt door klimaatverandering en dat zou best wel eens kunnen leiden tot het verdwijnen van hommels uit het laagland. Wat dat betekent voor de boeren hopen we komende jaren uit te zoeken. Daarnaast gaat ons onderzoek naar de verschillende soorten van Bhutan verder, onder meer door het begeleiden van onderzoek van Bhutanese studenten.”
Wat hoop je ooit nog te ontdekken?
“Komende jaren hoop ik een handboek van de libellen van de Himalaya te maken. Iets dat ik graag nog een keer in het veld zou willen vinden is een volwassen exemplaar van de libellensoort Epiophlebia laidlawi. Bijna niemand heeft die ooit gezien, terwijl we de larven wel regelmatig tegenkomen in bergbeken. Dat zou echt fantastisch zijn!”