De meeste bloemen zijn op dezelfde manier gebouwd. Het eerste wat opvalt aan een bloem is de kleur. Blauw, rood, paars, geel, gestreept, alles kan! De gekleurde bladeren zijn de kroonbladeren van de bloem. Daaronder zitten groene blaadjes. Dit zijn de kelkbladeren van de bloem. De kelk valt veel minder op dan de bloemkroon, de kroon lokt insecten. In het midden van de bloem staat de stamper. Hierin zitten de zaadknoppen van de bloem, waaruit later de zaden groeien. Rondom de stamper staan de meeldraden. De meeldraden maken stuifmeel. Het lijkt op geel poeder. Alle onderdelen van de bloem staan op de bloembodem.
De voortplantingsorganen van bloemen
In de lente ontkiemen zaadjes tot nieuwe planten. Waar komen al die zaadjes vandaan? Planten hebben net als dieren ook voortplantingsorganen. Veel planten bevruchten hun zaden door bestuiving. De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan. In de stamper zitten de zaadknoppen. Komt er stuifmeel op de stamper, dan worden de zaadknoppen bevrucht. De stamper zwelt dan op tot een vrucht, zoals een tomaat. In de vrucht zitten de zaden. Dat zijn de pitten in een druif of in een appel. De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen. Meeldraden en stampers komen voor in alle soorten en maten. Teken zelf maar eens een fantasiebloem met voortplantingsorganen. De kans dat er echt een bloem bestaat met net zo’n stamper is heel groot.
Honderden stampers in één bloem, past dat?
Het verschilt per plantensoort hoeveel stampers of meeldraden een bloem heeft. De bloem van de tomaat heeft één stamper. Maar de bloem van een aardbei heeft er soms wel 180! Marco Roos, plantenonderzoeker bij Naturalis, vertelt: “Zowel het hebben van weinig als veel stampers heeft voordelen. Bij een enkele stamper, zoals de tomaat, wordt de vrucht groot. Veel kans dat daar een nieuwe plant uit komt. Bij de aardbei worden er zo veel zaadjes gemaakt, dat er altijd wel ééntje een nieuwe plant wordt.”
Elke soort is anders
Bij de meeste plantensoorten zitten er zowel meeldraden als stampers in één bloem. Ze hebben dus mannelijke èn vrouwelijke voortplantingsorganen. Dit noemen we tweeslachtig. Sommige plantensoorten hebben alleen bloemen met meeldraden of alleen bloemen met een stamper. Deze noemen we eenslachtig. Deze soorten hebben dan altijd een buurman of buurvrouw nodig om bevrucht te worden.
Makkelijke voortplanting
Kijk de volgende keer dat je naar buiten gaat eens goed om je heen. Zoek een bloem met stampers en meeldraden. Welk voordeel heeft een bloem met beide voortplantingsorganen? Sommige bloemen bevruchten zichzelf. Dat is wel zo makkelijk als er geen soortgenoten in de buurt staan.