Fred kijkt niet alleen naar de aanwezigheid van stuifmeelpakketjes. Allereerst let hij op de aanlandingsplaats. Op deze houten plank landen de bijen en kruipen ze de kast in. Hij ziet hoe ze vliegen, hoeveel bijen er naar binnen en buiten vliegen en hoe goed de bijen zich verdedigen tegen vijanden aan de deur. Vervolgens trekt Fred een lade uit de onderkant van de kist. Raadt eens wat hij daar aantreft?
Een vervelende verrassing
Op de uitgetrokken lade, eigenlijk de bodem van de kast, liggen allemaal spikkeltjes. Zwarte, witte, gele en….. rode. Imkers zijn niet blij als ze die rode spikkeltjes zien. De duizenden rode spikkels zijn namelijk varroa-mijten, spinachtige kriebelbeestjes niet groter dan een stofje. De mijten zijn een groot probleem. Een bijenlarf zit in een zeshoekige raat met een afdekplaatje gemaakt van was. De varroa-mijt legt haar eitjes in de raat, net voordat deze wordt gedicht. De mijten-jonkies groeien door van de bijenlarven te eten. De larven verzwakken en groeien slecht. Hierdoor kan uiteindelijk het hele bijenvolk sterven!
Poetsen, poetsen en nog eens poetsen
Goed poetsen voorkomt het mijtenprobleem. Wanneer een bij zichzelf goed poetst, merkt hij de mijt op en verwijdert hij deze van haar lichaam. Sommige bijen kunnen al een beetje poetsen, andere bijen moeten dit nog leren. Fred helpt de bijen door de varroa-mijt te bestrijden: “Ik gebruik oxaalzuur en mierenzuur. Het zijn zuren die ook in de natuur voorkomen. Mierenzuur komt door de wasplaatjes heen, oxaalzuur niet. Ik gebruik oxaalzuur dus alleen als er bijenlarven zijn, anders werkt het niet. Een deel van de mijten gaat dood en de bijen kleuren vaal.”
Warm en schoon nest
De belangrijkste taak van de imker is het verzorgen en het beschermen van zijn volk. Hij kijkt daarbij naar het gedrag van de bijen en hij controleert de temperatuur. Fred haalt daarvoor de bovenste laag van de kast en legt zijn hand op de houten plank. “Als het 35 graden is in de kast, dan zijn er larven. Als die er niet zijn, dan is het alsnog 18 graden, lekker warm.” Een volk dat te koud wordt is te klein. Fred kan het volk dan samenvoegen met een ander volk. Als zijn bijen te weinig voedsel vinden, voert hij ze bij met suikerwater of een stuifmeelvervanger. Door het verkleinen van het vlieggat, verdedigen de bijen hun korf beter. Op deze manier verzorgt de imker zijn bijen.