1: Sluit je ogen.
2: Beeld jezelf in dat je een vleermuis bent die ondersteboven in een grot hangt.
3: Vouw je vleugels (armen) om je lijf heen.
4: Buiten gaat het schemeren. Tijd om op jacht te gaan. Spreid je vleugels en vlieg.
5: Maak korte piepgeluidjes en luister goed naar de weerkaatsingen hiervan op een prooi.
6: Je hebt een prooi waargenomen. ‘Hap!’ Een lekkere gaasvlieg.
7: Doe je ogen maar weer open. Je bent weer je menselijke zelf.
Ervaar het zelf!
Laten we onderzoeken of we erachter kunnen komen hoe het is om een vleermuis te zijn. Zoek een rustig plekje en volg de stappen:
Menselijke vleermuis?
Goed gedaan! Het is gelukt je voor te stellen hoe het is om een vleermuis te zijn. Althans, hoe het als méns is om je in te beelden een vleermuis te zijn. Maar weet je nu ook hoe het werkelijk is voor een vleermuis om een vleermuis te zijn? Met andere woorden: ken je nu de belevingswereld van een vleermuis?
Op veel punten lijken wij op vleermuizen. Net als hen hebben we haren en geven onze moeders melk. We behoren beiden tot de zoogdieren. Maar er zijn ook veel punten waarop wij mensen verschillen van vleermuizen. Een voorbeeld is de manier waarop we onze omgeving waarnemen. Wij doen dat door te kijken met onze ogen, terwijl vleermuizen dat doen door middel van echolocatie. Dit is wat je je geprobeerd hebt voor te stellen toen je als vleermuis op jacht ging en piepgeluidjes maakte die terugkaatsten op je prooi (stap 5 en 6). Vleermuizen maken geluidspulsen met hun korte en strakke stembanden, vangen de echo's op met hun grote oren en ontcijferen die razendsnel met hun hersenen.
Hoe is het om een vleermuis te zijn?
Wij mensen kunnen niet zeker weten hoe het voor een vleermuis is om op deze manier waar te nemen. Zelfs als vleermuizen konden praten en vertellen hoe ze dat ervaren, dan nog lukt dit niet.
Op dezelfde manier zouden wij aan een vleermuis kunnen vertellen hoe het voor ons is om een versgebakken appeltaart te eten. Als je van appeltaart houdt, begin je misschien al te kwijlen bij de gedachte. Maar een vleermuis kan daar niet zoveel mee. Hij zal nooit weten hoe het voor een mens is om een versgebakken appeltaart te eten. Dit komt doordat onze belevingswereld verschilt van die van de vleermuizen.
‘What is it like to be a bat?’ (Hoe is het om een vleermuis te zijn?) is de titel van een artikel dat de filosoof Thomas Nagel schreef in 1974. Hierin gebruikte hij de vleermuis als voorbeeld om uit te leggen dat we er niet achter kunnen komen hoe het is om een ander dier te zijn, omdat we geen toegang hebben tot hun belevingswereld. Die toegang heb je alleen als je dat dier ook zelf bent. Vragen over de belevingswereld zijn daarom anders dan andere vragen, zoals hoeveel soorten vleermuizen er zijn en wat ze eten. Dat soort vragen kun je beantwoorden door onderzoek te doen en feiten te verzamelen.
Belevingswerelden in overvloed
Denk eens aan hoeveel feiten jij kent over dieren. Waarschijnlijk een hele lijst. Misschien weet jij wel hoe snel een cheeta kan sprinten, wat de langste dino ooit gevonden is of welke hommels er in jouw tuin voorkomen. Denk nu ook eens aan hoe het zou zijn om al die dieren te zijn. Denk eens aan de rijkdom van al die verschillende belevingswerelden die je niet kunt ervaren, maar die er wel zijn.