Een tong om te ruiken
Zijn lange, gespleten tong veegt hij langs zijn gehemelte. Daar ‘proeft’ hij de geuren die hij met zijn tong heeft opgevangen. Zo ruikt hij tot wel vier kilometer ver. Hij heeft geluk: hij ruikt een groep Javaanse herten. Deze herten zijn bijna even groot als hijzelf. Het zijn daarom geen gemakkelijke prooien voor de komodovaraan. Als het hem echter lukt er een te pakken, heeft hij voorlopig genoeg te eten.
Opgaan in de achtergrond
Het is een warme dag en de herten staan verderop rustig te grazen. De komodovaraan moet dichtbij één van de herten zien te komen. Hij heeft vier stevige poten, en verplaatst deze door zijn hele lichaam als een slang heen en weer te bewegen. Hij kan een klein stukje rennen, maar bij een daadwerkelijke race zal het hert makkelijk winnen. Gelukkig valt de komodovaraan niet erg op: zijn grijs-bruine schubben zorgen er voor dat hij verdwijnt in zijn omgeving. Rustig sluipt hij naar het hert toe.
Wachten op prooi
Met zijn lompe lichaam maakt de komodovaraan nogal veel herrie, dus hij verstopt zich en hoopt dat een hert zelf het laatste stukje dichterbij komt. Hij gaat plat op de grond liggen en verstopt zich in een hoop bladeren. Hij heeft geluk vandaag: één van de herten is geïnteresseerd in een paar struikjes dicht naast de varaan. Het hert nadert tot een paar meter. Tot nu toe lijkt het hert de varaan niet op te merken.
Misschien heeft het hert hem wel gezien, maar denkt hij dat de komodovaraan geen gevaar vormt. Dat zou een verkeerde inschatting zijn! Als het hert op nog maar anderhalve meter van hem vandaan is, komt de varaan in actie. Met enorme kracht versnelt hij richting zijn prooi. Het hert lijkt op het laatste moment zijn fout in te zien en probeert nog weg te komen. Maar te laat: de komodovaraan is al bij zijn doel.
Gif om te verslappen
Hij weet het hert éénmaal in zijn poot te bijten en zet daarbij zijn scherpe tanden diep in het vlees. Toch weet het hert zich los te wurmen en zet het op een lopen. De komodovaraan houdt het hert niet bij met zijn zware lichaam. Maar hij heeft nog een geheim wapen achter de hand: zijn speeksel is giftig. Bij zijn eerste stevige beet heeft hij zijn gif in het bloed van het hert gebeten. Het gif werkt als een spierverslapper, en het hert rent steeds moeizamer. Al snel kan het niet meer op zijn poten staan en zakt op de grond.
Feestmaal
De jacht was een succes: het hert kan niet meer ontkomen en de komodovaraan komt rustig dichterbij. Het hert kan zijn poten niet meer bewegen en dus niet meer tegenstribbelen. De varaan begint rustig aan zijn maal. Hij zet zijn keel ver open en weet het bijna even grote hert binnen twintig minuten helemaal te verorberen. Met een volle maag gaat de varaan weer rustig in het warme zonnetje liggen. Voorlopig hoeft hij even niet meer op jacht.