Wil je zelf het vliegend hert zien? Ga dan in juni of juli naar de zuidrand van het Reichswald langs de Grensweg bij Milsbeek, onder Nijmegen, of naar de holle wegen rondom Jabeek in Zuid-Limburg. Het beste is om op warme zomeravonden tegen de schemering te gaan zoeken - vaak vliegen ze dan langs. Je hoort ze dan vaak eerder dan dat je ze ziet!
Het vliegend hert: de mooiste houtknager
Het vliegend hert is met een lengte van soms wel negen centimeter de grootste Nederlandse kever. De vrouwtjes zien er indrukwekkend uit door het forse formaat en hun kastanjebruine dekschilden, maar de mannen zijn pas echt spectaculair. De tot een ‘gewei’ uitgegroeide kaken zijn bijna even lang als het beest zelf en zijn voorzien van vervaarlijk uitziende tanden. De kop is breed, plat en gepantserd. Dat is niet zonder reden. De geweien worden niet gebruikt om te eten, maar om met andere mannen te vechten voor een vrouwtje. Hoe spannend het leven van een vliegend hert ook lijkt, het grootste deel van zijn leven brengt hij door als een grote dikke larve in rottend hout in de bodem. De volwassen dieren hoeven niet meer te groeien en eten veel minder. Wel doen zij zich te goed aan vocht van boomwonden of rottend fruit.
Dood hout en biodiversiteit
Rottend hout lijkt misschien niet zo heel aantrekkelijk als maaltijd, maar toch zijn er heel veel insecten die het op het menu hebben staan. Alleen al in Nederland gaat dat om vele honderden soorten. Dat zijn niet alleen larven van kevers, maar ook maden van vliegen en rupsen van vlinders. Hout is lastig te verteren en niet erg voedzaam. Veel insecten die van dood hout leven, eten daarom vooral de delen die zijn aangetast door schimmels. Vooral bomen die aan het doodgaan zijn of net zijn afgestorven zijn in trek. Vaak zitten die al binnen een jaar vol met knagende beesten. Het is dus niet zo dat die bomen dood gaan door aantasting door insecten, maar meer zo dat insecten een voorkeur hebben voor bomen die toch al aan het sterven zijn. Al die insecten in een stuk dood hout trekken ook andere aan: rovers! Allerlei roofwantsen en parasitaire wespen komen ook op dood hout af in de hoop daar prooien te vinden. Grotere beesten profiteren ook van dood hout: spechten vinden er hun maal en dassen klauwen af en toe een stuk rot hout open op zoek naar een vette keverlarve.
Dus dood hout is goed?
Ja, dood hout is goed. In bossen met veel dood hout leven meer paddenstoelen, mossen, insecten en vogels dan in bossen waar de bomen keurig op een rijtje staan en al het dode hout wordt verwijderd. Dood hout maakt een bos natuurlijk ook een stuk afwisselender en avontuurlijker. Lange tijd werd dood hout uit het bos verwijderd om het netjes te houden. Behalve dat dit suffe bossen opleverde, was dat ook slecht voor de planten en dieren. Gelukkig gebeurt dat nu steeds minder en beginnen de Nederlandse bossen weer een beetje op natuurlijk bos te lijken.