In de taiga leven ook allerlei dieren. Zo vind je er ruim tachtig soorten zoogdieren waaronder elanden, rendieren en beren. Zij hebben zich op verschillende manieren aan de kou aangepast. Beren eten bijvoorbeeld zoveel als zij kunnen in de zomer en houden in de winter een winterslaap. Daardoor hoeven zij in de winter geen voedsel te zoeken en sparen ze energie door te slapen. Daarnaast hebben zij een warme vacht.
Planten en dieren
De taiga is een biotoop. Dit betekent dat het landschap in de hele taiga er ongeveer hetzelfde uitziet. Alle planten en dieren hebben zich aan deze koude leefomgeving aangepast. Het grootste deel van de taiga bestaat uit naaldbomen. Ze hebben een dikke bast en door de kleine, wasachtige naalden verliezen ze minder water dan loofbomen. Zij zijn daardoor goed tegen de ijzige kou bestand. Dat is ook wel nodig, want het vriest in sommige delen van de taiga wel -50 °C! Zelfs met een dikke winterjas aan is het daar voor ons nog koud. Ook houden naaldbomen het hele jaar hun naalden, terwijl loofbomen hun bladeren verliezen. Daardoor zijn zij jaarrond in staat met bladgroen in de naalden en zonlicht voor hun eigen voedsel te zorgen. Zolang de temperatuur boven het vriespunt komt, zetten zij water en koolstofdioxide om in suiker en zuurstof. De suiker (glucose) gebruiken ze vervolgens om te groeien. In warmere delen van de taiga groeien ook loofbomen. Hier kom je bijvoorbeeld berken, wilgen en eiken tegen.
Waterleven
In de taiga zijn ook poeltjes waar vissen leven. Zij hebben een unieke manier van overleven. De grote waaiervis heeft bijvoorbeeld antivriesstofjes in zijn lichaam waardoor hij niet bevriest. Naast zoogdieren en vissen leven er ook veel vogels in de taiga. De meeste vogels blijven niet overwinteren. De Siberische lijster, goudlijster en zwartkeellijster zijn hier een mooi voorbeeld van. Zij eten in de zomer hun buikje rond met allerlei insecten en vliegen daarna naar Azië. De vogels die wel in de taiga blijven hebben een dikke laag veren om zich warm te houden.
Longen van de aarde
Bossen zijn niet alleen een leefgebied voor veel dieren, maar hebben nog andere belangrijke functies. Planten produceren zuurstof. Stel je eens voor hoeveel dieren er kunnen ademhalen door alle zuurstof die in de taiga geproduceerd wordt. Daarnaast verbruiken planten koolzuur. Door een teveel aan koolzuur wordt het op aarde steeds warmer. Planten halen koolzuur uit de lucht om suikers te maken - ze helpen dus de opwarming van de aarde te verminderen.
Ook hele kleine planten zijn erg belangrijk. Fytoplankton zijn eencellige planten die in oceanen en zeeën leven. Zij produceren meer dan 50% van de zuurstof op aarde. Zonder planten hebben we een probleem!