Is het wel bot?
Goeie vraag! Want op het strand spoelen ook stukken hout aan die op botten lijken. Maar hout heeft nerven en jaarringen. Bot niet: dat herken je aan de gaatjes. Gaatjes zitten alleen aan de binnenkant, de buitenkant is glad. Op de buitenkant zie je ook vaak uitsteeksels en scherpe randen. Dat zijn de plekken waar pezen en spieren vastzaten. Gladde kommetjes en bulten zijn scharnierpunten (gewrichten).
Welk bot is het?
Bekijk je bot eerst eens goed. Welke dingen vallen op? Is het rond of plat? Symmetrisch van vorm of onregelmatig? Zoek nu zelf uit wat het kan zijn met de bottendeterminatie van Naturalis. Vergelijk het bot met de tekeningen. Welke overeenkomsten en verschillen zie je?
Waar zit het in het skelet?
Weet je het bottype, kijk dan waar het thuishoort in het skelet. Gebruik daarvoor deze tekeningen. Het is nog niet nodig om te weten om welke diersoort het gaat, want de skeletten van gewervelde dieren zitten ongeveer op dezelfde manier in elkaar.
Van welk dier is het geweest?
In de bottendeterminatie van Naturalis vergelijk je je vondst met de botten van verschillende dieren. Hoewel de skeletten van gewervelde dieren hetzelfde in elkaar zitten, zijn er toch verschillen. Het skelet van roofdieren is bijvoorbeeld slanker gebouwd dan dat van planteneters, en bij planteneters heb je evenhoevigen en onevenhoevigen. Kijk ook naar de grootte van het bot. Is het supergroot, dan heb je vrijwel zeker iets van een mammoet.
Hoe oud is het?
Dat is aan een bot niet echt te zien. Moderne botten zijn soms ook bruin, maar dat verdwijnt meestal weer als het bot opdroogt. Blijft het bot bruin, dan heb je kans op een dier uit de IJstijd. Tik er ook eens tegenaan met een hard voorwerp. Hoor je een hoge klank? Dan is het zeker fossiel. Als ze langer in de bodem zitten nemen botten meer mineralen op en daardoor worden ze zwaarder.
Waar zijn fossiele botten te vinden?
Een minder negatief gevolg van klimaatverandering is dat het fossielen vinden makkelijker maakt. Dat zit zo: door opwarming stijgt de zeespiegel en daardoor lopen we gevaar voor overstroming. Een oplossing is het strand breder maken. Baggerschepen zuigen daarom zand uit de zeebodem en spuiten dat op de kust. In het zand zitten ook fossielen en daarom kun je van Zeeland tot de Waddeneilanden botten en kiezen van IJstijddieren op het strand vinden. De beste plekken zijn de Tweede Maasvlakte bij Rotterdam en de Zandmotor bij Ter Heijde. Daar zijn al duizenden resten van mammoeten, neushoorns en andere IJstijddieren gevonden. Het gebagger maakt van onze 430 kilometer lange kustlijn Europa's grootste fossielenvindplaats!
Meer weten
- Stel je vraag over botten via natuurvraag@naturalis.nl aan het
- Kijk eens wat mensen vonden op de
- Hoe ga je het best op fossielenjacht?
- Lees meer over IJstijddieren op