Bijenonderzoek
Onderzoekers van Naturalis gebruiken aardbeienplanten om te ontdekken waarom het op sommige plaatsen goed gaat met de bijen, maar op andere niet. Met die kennis kunnen bijen beter beschermd worden. Dat is hard nodig, want meer dan de helft van de bijensoorten in Nederland is bedreigd. Bovendien zijn bijen als bestuivers niet alleen belangrijk voor wilde planten, maar ook voor voedselgewassen.
De perfecte aardbei
Een aardbei van topkwaliteit is hartvormig. Hij is ook groter, roder en langer houdbaar dan een aardbei van mindere kwaliteit. Om zo’n aardbei te krijgen moet een bloem van de aardbeienplant volledig bestoven worden. Dat wil zeggen dat op elke stamper in de bloem stuifmeel terecht is gekomen. Na volledige bestuiving ontwikkelt de aardbei het best.
Honingbijen, hommels en wilde bijen
Bloemen van een aardbeienplant zijn tweeslachtig. Dit betekent dat er meeldraden en stampers bij elkaar in een bloem zitten. Hierdoor kan de aardbeienplant zichzelf bestuiven. De wind en de zwaartekracht zorgen samen voor iets meer dan de helft van de bestuiving. Voor de rest van de bestuiving zijn bijen nodig. Daarom houden kwekers van aardbeien honingbijen en hommels.
Honingbijen zijn goede bestuivers, maar vliegen niet als het te koud of donker is. Hommels gaan dan gewoon door met bestuiven, maar gaan wat grover te werk. Ze kunnen de stampers beschadigen en daardoor ontstaan ook misvormde aardbeien. Onderzoekers ontdekten dat aardbeienplanten in de buitenlucht die regelmatig door wilde bijen en honingbijen bezocht worden, het best bestoven worden. De mooiste aardbeien groeien dus in de aanwezigheid van wilde bijen.
Honingbijen en wilde bijensoorten vullen elkaar aan
Honingbijen en wilde bijen vullen elkaar aan bij de bestuiving. Sommige wilde bijen, zoals de groefbijen, zijn kleiner dan honingbijen. Onderzoekers zagen dat wilde bijen landen op de meeldraden en daarna een rondje door de bloem lopen. Ze lopen daarbij over en tussen de meeldraden terwijl ze met hun poten een voor een langs hun antennen wrijven. Dit gedrag zorgt ervoor dat stuifmeel aan speciale haren op hun lichaam blijft kleven
Daarna duiken ze de bloem in en bestuiven daarbij de diepst gelegen stampers in de bloem. Als deze bestoven worden, ontwikkelt de basis van de aardbei zich goed. Dit is het dikke deel bij het steeltje en de blaadjes van een aardbei. De grotere honingbijen landen in het midden van de bloem en bestuiven de hoogst gelegen stampers. Hierdoor ontwikkelt de punt van de aardbei zich goed. Samen zorgen honingbijen en wilde bijen dus voor een volledige bestuiving.
De aardbei, een schijnvrucht
Heb je ooit van dichtbij naar een aardbei gekeken? Als je goed kijkt zie je aan de buitenkant allemaal kleine bruine bolletjes. Het klinkt gek, maar dát zijn de vruchten van een aardbeienplant. In ieder bruin bolletje zit een zaadje waar een aardbeienplant uit kan groeien. Het lekkere, sappige, rode deel van de aardbei ontstaat uit de bloembodem. Een aardbei wordt daarom ook wel een schijnvrucht genoemd.