Tinde van Andel

etnobotanist
Sanne van Gammeren, 31 januari 2018

Tinde van Andel is etnobotanist. Zij onderzoekt hoe mensen van verschillende culturen planten gebruikten in het verleden. Tinde bestudeert herbaria: boeken vol gedroogde planten van over de hele wereld. Zeevaarders namen herbaria mee naar Nederland. Sommige boeken zijn zelfs nog nooit bekeken.

Wat onderzoek jij?

“Ik onderzoek historische herbaria, dat zijn boeken met gedroogde planten erin. Sommige zijn prachtig en liggen al eeuwen in schatkamers van koningen en keizers. Ontdekkingsreizigers van de Oost- en West-Indische compagnie vonden de plantenverzamelingen in Indonesië, Sri Lanka en Suriname en zij namen de onbekende en nuttige planten mee naar Nederland. Uiteindelijk kwamen ze in de schatkamer van Naturalis terecht. Ook onderzoek ik hoe mensen vroeger planten gebruikten, bijvoorbeeld in mijn onderzoek over Surinaamse rijst. Ik onderzoek waar de rijst vandaan komt en waar we diezelfde soorten van honderden jaren geleden nu kunnen vinden.”

C.A. van der Hoeven | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Zwarte rijst van dichtbij
Naturalis Biodiversity Center | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
En Tibi herbarium een Topstuk van Naturalis

Hoe onderzoek jij die herbaria?

“Naturalis heeft een aantal oude herbaria. Ze zijn vaak in leer gebonden met grote sloten: echte schatkamerboeken. Als ze van dezelfde schrijver of tijdsperiode zijn, vergelijken wij onze boeken met herbaria uit andere schatkamers. De schatkamers zitten altijd goed op slot, maar nu we foto’s van de bladzijden van die oude documenten hebben gemaakt, kunnen we ze bestuderen zonder dat ze beschadigen. Nu ik dit onderzoek doe, vragen steeds meer bibliotheken mij om naar hun boeken te kijken. Kortom, er zijn nog heel veel verborgen schatten.”

Herbariumexemplaren van rijst; links een hele oude uit het Herbarium A. van Royen (1704-1779). Rechts een rijstplant die door Tinde zelf is verzameld in Suriname.
Naturalis Biodiversity Center | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0

Zie jij dat ze vroeger hele sierlijke Herbariumvellen maakten? De gedroogde planten werden in een mooie vorm vastgeplakt, soms zelfs met een vaasje eronder.

Kost het veel tijd om zo’n boek te ontcijferen?

“Het ligt eraan hoe goed de plant afgebeeld of opgeplakt is en of het land van herkomst erbij staat. De lokale taal is ook belangrijk. Staat dat er allemaal bij, dan kan het vrij snel. Ik vind het belangrijk om de plaatselijke bevolking erbij te betrekken. De voorwerpen liggen hier nu veilig, maar ze komen uit die landen. Er zijn twee oude herbarium-bibliotheken in Syrië en Sri Lanka. Sommige teksten zijn in oud gotisch, Duits of Indiaas schrift geschreven en dat is lastig te lezen. Bij het ontcijferen van die boeken helpen onderzoekers uit die landen zelf.”

Alice Bertin | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Tinde tijdens een onderzoek naar rijst in Suriname
Christiaan van der Hoeven | Licentie: Alle rechten voorbehouden
Tinde geniet van onderzoeken

Hoe begon jij als onderzoeker?

“Ik heb biologie gestudeerd aan de UVA in Amsterdam. Mijn onderzoek vond plaats in het Amazonegebied van Colombia en ik beschreef daar de planten van een moeras midden in de jungle. Ik was afhankelijk van de Muinane indianen die in de jungle leefden. Zij toonden mij het hele bos en noemden namen en gebruiken van de planten. Ze wisten precies welke wilde vruchten eetbaar zijn en zelfs hoe je op een blaadje moet fluiten om wilde dieren te lokken.”

 

Waarom doe jij jouw onderzoek?

“Omdat ik het zelf leuk vind en daarom blijf ik het de rest van mijn leven doen. Onderzoeken zit in me. Mijn hele jeugd sleepte ik planten uit het bos en plantte ze in potten, klom in bomen en zocht eikeltjes en kastanjes. Ik kwam erachter dat er veldbiologen zijn die naar het oerwoud gaan en indianen zien. Dat wilde ik ook.”

 

Wat hoop je ooit nog te ontdekken?

“Nog zo veel schatkamers liggen tot het dak volgepakt met materiaal waar nooit iemand naar gekeken heeft. Hopelijk zijn er meer onderzoekers om al die boeken te bekijken. Voor de rest van mijn leven werk ik nog veel boeken door en na mijn dood blijft er genoeg te doen voor veel meer onderzoekers.”

 

Tinde onderzoekt een ketting van paternosterboontjes
Petra Sonius | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0