Jimmy de Rooij

dino-onderzoeker
Elmer Lafeber, 20 december 2023

Als er iemand is die alles over Triceratops weet, is het wel dino-onderzoeker Jimmy de Rooij. Hij is meerdere keren naar Wyoming gereisd om fossielen van deze dino’s op te graven. In Naturalis doet hij verder onderzoek naar deze fossielen en helpt hij bij de voorbereiding voor de nieuwe tentoonstelling over Triceratops.

Wat doe je voor werk bij Naturalis?

Ik houd me voornamelijk bezig met onderzoek naar dinosaurussen, specifiek Triceratops. Dat is een dinosaurus waarvan we in Naturalis nu heel veel fossielen hebben. De laatste paar jaar hebben we echt een heel leuke opgraving gedaan, waarbij we vijf verschillende Triceratops-individuen op één locatie hebben kunnen uitgraven. En die kuil met fossielen, dat is waar mijn onderzoek zich op richt. Hiervoor mocht ik meerdere keren naar Amerika. Nu houd ik me vooral bezig met het bemonsteren van fossiele botten en het schoonmaken daarvan voor de nieuwe tentoonstelling. Ook doe ik collectie-bezoeken bij andere natuurhistorische musea. Dan zie je echt de meest gave dingen die verder niemand te zien krijgt.

Bart Braun | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Jimmy de Rooij bij de opgraving in Wyoming.

In Naturalis zijn vanaf eind 2024 wel 5 Triceratopsen te zien in de nieuwe tentoonstellingszaal. Nooit hebben er zo veel skeletten van deze dieren bij elkaar gestaan!

Charlotte Furer | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Een slijpplaatje met botweefsel van een Triceratops-rib onder de microscoop.

Wat kun je allemaal aan de botten aflezen?

Ik kijk naar weefsel, in dit geval fossiel bot, op een microscopisch niveau. Je kan daar een monster van nemen: een soort cilindertje dat je uit een stuk fossiel bot haalt. Die kunnen we verwerken tot een zogenaamd slijpplaatje: een dun plakje fossiel bot, dat we onder de microscoop kunnen bekijken. Daar zie je dan bijvoorbeeld nog botcellen in en ruimtes waar bloedvaten zaten. We bestuderen ook de groeiringen. Die kunnen wat zeggen over de leeftijd en de groeisnelheid van een Triceratops. Dat je al die structuren na 67 miljoen jaar nog steeds kan zien is echt super interessant.

We bekijken ook de tanden van Triceratops, of beter gezegd: het tandglazuur. Dat glimmende laagje over de tanden is keihard en fossiliseert dan ook heel goed. In dat laagje kunnen we zien wat ze hebben gegeten. Het is heel moeilijk om specifiek te zeggen wat voor planten ze hebben gegeten, maar wat we wel weten is dat alle vijf de individuen die we hebben gevonden hun laatste levensjaren op dezelfde locatie hebben gegeten en gedronken. Het is dus heel aannemelijk dat ze samen als groep hebben geleefd. Ook zien we aan het tandglazuur dat er weinig schommelingen waren in hun dieet, wat betekent dat ze vaak in hetzelfde gebied bleven, en dus weinig migreerden: een nieuwe ontdekking. Voorheen werd namelijk gedacht dat gehoornde dinosaurussen zoals Triceratops veelal rondtrokken om voldoende voedsel te vinden.

Yasmin Grooters | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Jimmy bekijkt een Triceratops-hoorn bij de vindplaats.
Getty | Licentie: CC BY-NC-ND 4.0
Een reconstructie van Triceratops.

Waarom is onderzoek naar dino’s belangrijk?

Dat is altijd een moeilijke vraag, omdat we het hebben over dieren die miljoenen jaren geleden leefden. Maar het interessante is dat we mogelijke gedragsvormen zien die we nu nog steeds zien in hedendaagse dieren, zoals kuddegedrag. En dan is de vraag: wanneer is dat eigenlijk ontstaan? Wat kunnen we daarvan leren? En hoe is dit geëvolueerd binnen soorten als Triceratops? Dat is super interessant, omdat je dan spreekt over de allerlaatste dino's, net voor ze uitsterven door een meteorietinslag. We vinden fossielen van Triceratops terug in aardlagen vaan 68 tot 66 miljoen jaar oud. Ze hebben dus ongeveer 3 miljoen jaar op aarde rondgelopen. Door te kijken naar hoe soorten en hun gedrag in het verleden zijn geëvolueerd, kunnen we heel veel leren over hoe soorten kunnen veranderen in de toekomst.

Via oervondstchecker.nl kun je zelf gevonden fossielen melden. Hiermee help je de wetenschap en krijgen we beter inzicht in de biodiversiteit uit het verleden.