"Ik doe bij Naturalis onderzoek naar bestuivers, dat zijn dieren die planten bestuiven. Bijen en vlinders zijn belangrijke bestuivers, maar vleermuizen bijvoorbeeld ook. Het gaat op het moment niet zo goed met de bijen in Nederland. Daarom kijk ik op welke plekken bijen vroeger voorkwamen, zodat ik kan voorspellen waar ze in de toekomst nog kunnen overleven."
Hoe ben je bioloog geworden?
"Ik kom oorspronkelijk uit Nieuw-Zeeland. Daar is erg veel natuur, dus het is heel normaal om er veel tijd in door te brengen. Ik ging dus regelmatig naar buiten met mijn vader, om insecten te fotograferen in het bos. Maar dat ik bioloog wilde worden, wist ik eigenlijk pas later in mijn studie. Ik volgde toen een vak over planten die een vulkaan aan het veroveren waren. De professor legde uit dat alles op elkaar inspeelt binnen de biologie, en dat je nooit het grote plaatje kan zien zonder naar de kleine dingen te kijken. Dat maakte me erg nieuwsgierig."
Wat voor onderzoek doe je vooral?
"Ik maak zogenoemde computermodellen. Dat zijn computerprogramma’s die kunnen berekenen hoe de toekomst van bijen eruitziet. Het is eigenlijk een soort weersvoorspelling voor de verspreiding van bijen, maar in plaats van naar de wind, kijk ik naar de invloed van bijvoorbeeld klimaatverandering op het bouwen van huizen. Ik zorg ervoor dat die voorspellingen steeds beter worden, zodat we weten wat we moeten doen om bijen te beschermen."
Wie inspireert je het meest?
"Er zijn best wel veel mensen die me inspireren, dus ik vind het moeilijk om één persoon aan te wijzen. Ik vond het wel heel vet om Dave Goulson te mogen ontmoeten. Hij is een belangrijke Engelse bijenonderzoeker, en super fanatiek in het beschermen van bijen. Ik wou dat ik zo enthousiast over bijen kon praten, zodat andere mensen inzien hoe belangrijk het is om ze te beschermen."
Hoe ziet je werk er over vijf jaar uit?
"Een computermodel is nooit af, er zijn altijd dingen om te verbeteren. Ieder jaar worden de computers beter of is er nieuwe kennis die ervoor zorgt dat je je voorspellingen nog beter kunt doen. Over vijf jaar zal ik dus nog preciezer kunnen vertellen waar welke bijen gaan voorkomen, en waar niet. Zo draag ik mijn steentje bij aan het beschermen van de bijen in de toekomst."