Een bacterie staat geen uren voor de spiegel. Hij heeft een simpele vorm. Een cel met twee laagjes: een celmembraan en een celwand. In de cel zit vloeibaar cytoplasma. Hierin zitten alle stoffen die de bacterie nodig heeft om te leven, zoals DNA, suikers en water. Een bacterie heeft geen mond. Eten, poepen, ademen; alles gaat door de celwand heen.
Hoe zien bacteriën eruit?
Bacteriën zien eruit als bolletjes, staafjes, spiraaltjes, draadjes of druppeltjes. Soms met één of meer staartjes. Bacteriën zijn zo klein, dat je ze niet met het blote oog ziet. Met een goede microscoop zijn ze wel zichtbaar.
Wat eet een bacterie?
In principe alles, maar ze lusten niet allemaal hetzelfde. Veel bacteriën eten dode dieren of planten. Andere smullen van levende wezens. De bacteriën in je darmen helpen je voedsel af te breken. Sommige bacteriën koken hun eigen potje. Ze maken suikers met behulp van zonlicht, net als planten. Of ze gebruiken stoffen uit hun omgeving om suikers van te maken. Bacteriën scheiden ook stoffen uit. Mensen worden daar soms ziek van. Er zijn ook stoffen bij die ons juist gezond houden.
Waar hoort een bacterie bij?
Bacteriën hebben hun eigen domein, de bacteriën. Ze zijn allemaal eencellig en hebben geen celkern. Dit in tegenstelling tot planten, dieren en schimmels die wel een celkern hebben en uit meerdere cellen bestaan.
Heeft een bacterie vijanden en vrienden?
Sommige virussen en schimmels zijn vijanden van de bacterie. Ook zijn er schimmels die bacteriën eten of stoffen uitscheiden waar bacteriën door kunnen sterven. Penicillium notatum is zo’n schimmel. Gelukkig zijn er ook bacteriën die vredig samenleven met veel planten, dieren en schimmels. Ze genieten van elkaars stoffen.
Hoe krijgt een bacterie nakomelingen?
Bacteriën paren niet. Ze groeien en splitsen zich in tweeën. Ze verdubbelen zichzelf telkens. Er zijn geen jongens en meiden. Ze zijn genderneutraal.
Wat doet een bacterie de hele dag?
Bacteriën zijn de hele dag bezig met eten, uitscheiden, groeien en verdubbelen. Verder niks. Ze denken niet. Het zijn piepkleine levende robotjes. De meeste bacteriën hebben het zwaar, door gebrek aan voedsel. Die zijn vooral bezig met simpelweg in leven blijven, in afwachting van betere tijden. Maar als er goede tijden aanbreken is het feest. Het is lekker warm en er is veel water en voedsel. Sommige bacteriën kunnen zich dan elke twintig minuten verdubbelen!