Anemoonvissen leven, hoe kan het ook anders, tussen de giftige tentakels van een zeeanemoon. De tentakels beschermen de anemoonvissen tegen gevaar: de vissen hebben zelf geen last van het gif, maar roofdieren die van een anemoonvis houden wel.
Drieband-anemoonvissen leven in groepen van twee tot zes vissen per anemoon. In iedere groep planten maar twee vissen voort: één vrouwtje en één mannetje. De andere vissen in de groep doen niet mee aan de voortplanting: ze hebben zich nog niet ontwikkeld tot mannetje of vrouwtje.
Het vrouwtje is steeds de grootste vis in de groep. Het mannetje dat met het vrouwtje paart, is de op een na grootste vis. Sterft het vrouwtje, dan gebeurt er iets opvallends: alle vissen in de groep schuiven een plekje op. Het mannetje, dat nu dus de grootste vis is geworden, wordt het vrouwtje. De vis die nu de op één na grootste vis is, wordt het mannetje.