Metamorfose van de Herculeskever (Dynastes hercules)
Van larve tot kever
De gewone mestkever is een paars-blauw glimmend kevertje. Heb jij hem wel eens in het bos zien kruipen? De naam is een beetje misleidend, want zo gewoon is deze mestkever niet. Net als andere kevers veranderen mestkevers gedurende hun leven van vorm; ze ondergaan metamorfose.
Metamorfose van (mest)kevers
Kevers ondergaan tijdens het opgroeien een volledige gedaantewisseling. Dat gebeurt in stapjes. Het begint bij een ei, waar een larve uitkomt. Deze larve eet en groeit totdat zij klaar is zich te verpoppen. In deze pop ontwikkelt de larve zich tot volwassen kever. De volwassen kevers planten zich voort en leggen weer eieren. Dan begint alles weer van voor af aan.
Wist je dat mestkevers inderdaad, zoals de naam doet vermoeden, van mest houden? Ze eten poep van andere dieren. Ze brengen dan ook het grootste gedeelte van hun leven in mestballen (opgerolde poep) door. Mestkevers maken ondergrondse tunneltjes, waar ze mestballen inrollen. In elke mestbal leggen ze één ei, waar een larve uitkomt. De larve eet zijn eigen gewicht aan mest elke dag totdat hij zich verpopt. De volwassen mestkever komt in het voorjaar naar boven.
Genoeg mest voor iedereen
Metamorfose is handig. Zo hebben larven en kevers een ander plekje in de natuur en eten ze ander voedsel. Dit zie je ook goed bij de mestkever. De larven eten en leven in de mestballen onder de grond. De volwassen kevers leven boven de grond en eten daar mest. Zo zitten de larven en volwassen mestkevers elkaar niet in de weg en is er genoeg mest voor beiden.
Kevers in de collectie van Naturalis
De collectie van Naturalis bevat ongelofelijk veel kevers. Niet zo gek als je bedenkt dat er in Nederland alleen al zo’n 4.000 keversoorten voorkomen. Hans Huijbregts is verantwoordelijk voor alle kevers in de collectie van Naturalis. Zo vertelt Hans: “De collectie van Naturalis is groot en oud, zo begon de collectie al in 1820. We hebben wel 4 miljoen kevers. Dit zijn vooral volwassen kevers, daar wordt ook onderzoek aan gedaan. Ook hebben we larven, maar daar wordt niet veel mee gewerkt. Ik krijg verzoeken van mensen voor bepaalde kevers uit de collectie, deze zoek ik dan op en zet ik ook weer terug. Maar omdat er zoveel kevers zijn is dit niet altijd even makkelijk.”
Hans vindt het moeilijk te zeggen welke kever hij het bijzonderste vindt. Vooral omdat er zoveel variatie tussen verschillende kevers zit. Toch laat hij wel een van zijn favoriete kevers zien: de trilobiet-kever. Deze kever ziet hij regelmatig als hij in Azië is. De vrouwtjes lijken helemaal niet op kevers. De mannetjes, die aanzienlijk kleiner zijn, wel. Dat vindt Hans toch wel bijzonder.