Een babyspin ziet er net zo uit als zijn ouders, alleen wat kleiner. Bij een jong lieveheersbeestje zie je de ouders schrikken: is dat ons kind? Hij lijkt totaal niet op ons! Maar dan verandert dit trage zwarte wormpje op poten in een flitsend lieveheersbeestje dat zijn vleugels uitslaat. Die verandering heet gedaantewisseling of metamorfose. Alle insecten en amfibieën, zoals kikkers en salamanders, groeien zo op. Sommige geleidelijk, door groei of vervelling (onvolledige gedaanteverwisseling). Andere in één keer, door te verpoppen (volledige gedaantewisseling).
Onvolledige gedaantewisseling
Een kikkervisje verandert gaandeweg naar kikker. Het kikkervisje heeft kieuwen en een staart. Langzaam groeien er pootjes. De staart verdwijnt. Uiteindelijk is het een kikker met krachtige springpoten en longen, die kwekt als een volwassene. Ook sprinkhanen, oorwormen, libellen, wandelende takken, kakkerlakken, juffers, cicaden, plantenluizen en wantsen doen aan onvolledige gedaantewisseling. Ze veranderen stukje bij beetje. Eens in de zoveel tijd barsten ze uit hun te kleine pantser en steken zich in een nieuw, groter jasje. Bij elke vervelling krijgen ze nieuwe trekken mee, zoals vleugels, kaken, stekels, haren of kleuren. Tot ze vruchtbaar zijn en klaar om te paren.
Volledige gedaantewisseling
Echte uitblinkers wisselen in één keer van gedaante. Ze verpoppen. Het absolute hoogtepunt en wonderlijkste natuurverschijnsel ooit. Vlinders, vliegen, muggen en kevers zijn sterren in deze popshow. Als prachtige rups of onooglijke made komen ze tot rust. Ingepakt in een pophuid vloeien ze uit tot een papje. Dit papje, en niemand weet precies hoe dit werkt, tovert om tot een beeldschoon krachtig insect dat uitvliegt. Pure magie. Roy Kleukers van EIS Kenniscentrum Insecten zegt hierover: “De popvorm heeft een zeer gespecialiseerde larve mogelijk gemaakt en is daarmee bepalend geweest voor het succes van insecten als kevers, vliegen en wespen. Het is niet verwonderlijk dat er juist in die groepen zoveel soorten voorkomen.”
Hoezo een nieuwe look?
Waarom is er gedaantewisseling? Jonge dieren hebben, net als mensen, andere belangen dan volwassen dieren. Jonge dieren groeien en eten daarom veel. Oudere dieren krijgen jongen en paren daarom veel. Eten vraagt om andere kwaliteiten dan paren. Voor eten is een spijsverteringsstelsel nodig plus handigheden om te jagen of voedsel te vinden. Voor paren zijn geslachtsdelen nodig plus trucs om een partner te vinden of te verleiden. Door metamorfose blinken dieren in beide uit, zonder energie te verspillen.
Eendagsvliegen
Een mooi voorbeeld is de eendagsvlieg. Zwemmend verlaat de jonge nimf het eitje op zoek naar algen. Al etend groeit hij uit tot een stevige nimf. Na een jaar krijgt hij andere belangstelling. Hij wil paren. Tijd voor een make-over. Dag mond, hallo geslachtsdelen! De nimf komt boven water en verandert in een vliegend insect. Deze heeft geslachtsdelen en vleugels, maar hier hangt een prijskaartje aan. Van de bek is weinig over. Hij kan niets eten. Met enig geluk paart de eendagsvlieg voordat hij sterft van de honger. Eitjes zijn gelegd. Nieuwe dromen komen uit.