Soms een man, soms een vrouw
Voor sommige vissoorten is een geslachtsverandering de normaalste zaak van de wereld. Soms veranderen mannetjes in vrouwtjes. Andere keren veranderen vrouwtjes in mannetjes. Waarom eigenlijk?
Onderdeel van:
Eerst een mannetje, dan een vrouwtje
Anemoonvissen leven, hoe kan het ook anders, tussen de giftige tentakels van een zeeanemoon. De tentakels beschermen de anemoonvissen tegen gevaar: de vissen hebben zelf geen last van het gif, maar roofdieren die van een anemoonvis houden wel.
Drieband-anemoonvissen leven in groepen van twee tot zes vissen per anemoon. In iedere groep planten maar twee vissen voort: één vrouwtje en één mannetje. De andere vissen in de groep doen niet mee aan de voortplanting: ze hebben zich nog niet ontwikkeld tot mannetje of vrouwtje.
Het vrouwtje is steeds de grootste vis in de groep. Het mannetje dat met het vrouwtje paart, is de op een na grootste vis. Sterft het vrouwtje, dan gebeurt er iets opvallends: alle vissen in de groep schuiven een plekje op. Het mannetje, dat nu dus de grootste vis is geworden, wordt het vrouwtje. De vis die nu de op één na grootste vis is, wordt het mannetje.
Eerst een vrouwtje, dan een mannetje
Anemoonvissen veranderen dus van een mannetje in een vrouwtje. Bij andere vissoorten gebeurt juist het tegenovergestelde: de vissen zijn eerst een vrouwtje en later een mannetje. Dat geldt voor lipvissen van de soort Thalassoma bifasciatum, die in tropische koraalriffen leven. Bij geboorte zijn de meeste van deze vissen vrouwtjes. Maar dat blijven ze vaak niet hun hele leven.
Een grote lipvisman verdedigt een gebied waar vrouwtjes hun eitjes komen leggen. Het grote agressieve mannetje jaagt andere, kleinere mannetjes het gebied uit, zodat alleen hij met de vrouwtjes kan paren. Wanneer het grote, dominante mannetje uit het gebied verdwijnt, wordt hij meestal vervangen door het grootste vrouwtje in het gebied. Hoe? Het vrouwtje verandert in een mannetje! Dat is een best wel spectaculaire verandering: binnen een paar dagen verandert de vis van kleur en wordt een stuk agressiever.
Maar waarom?
Wetenschappers denken dat de vissen van geslacht veranderen, omdat ze daardoor meer nageslacht krijgen. In een groep anemoonvissen planten één vrouwtje en één mannetje voort. Grotere vrouwtjes leggen meer eitjes dan kleinere vrouwtjes. Kleine mannetjes kunnen al wel heel veel eitjes bevruchten. Daarom is het voor een anemoonvissenpaar gunstig als het vrouwtje de grootste van de twee is: ze krijgen dan samen meer nageslacht dan als het vrouwtje de kleinste van de twee zou zijn. Vandaar dat anemoonvissen eerst mannetje zijn, en pas vrouwtje worden als ze groter zijn.
En waarom verandert een lipvis dan juist van een vrouwtje in een mannetje? Een klein lipvissenmannetje heeft weinig kans om voort te planten. Grote mannetjes jagen hem weg bij de vrouwtjes voordat hij kan paren. Een kleine lipvis kan dus beter een vrouwtje zijn, want dan kan ze paren met de grotere mannetjes. Als de lipvis ouder en groter is, kan het dier wel de strijd aan met de andere lipvismannetjes. Het is voor een grote lipvis gunstig om een mannetje te zijn, want dan kan hij met een heleboel vrouwtjes paren. Een lipvis die ter wereld komt als vrouwtje en later in een mannetje verandert, krijgt dus meer nageslacht dan een lipvis die zijn hele leven een mannetje of vrouwtje is.