Onderzoekers gaan voor Naturalis op expeditie. Ze gaan in een grote groep op zoek naar nieuwe informatie over biodiversiteit, zoals het zoeken van nieuwe soorten en het bekijken van gebieden. Onderzoekers weten vaak veel van één groep organismen of natuurverschijnsel. Het zijn specialisten. Zo zijn er botanici (plantenspecialisten), ornithologen (vogelspecialisten), entomologen (insectenspecialisten) en geologen (gesteentespecialsten). Zij kijken vaak alleen naar de soorten of verschijnselen binnen hun specialisme en weten daar alles over. Botanist Ed de Vogel weet bijvoorbeeld alles over orchideeën en onderzoeker József Geml weet alles over schimmels.
Voorbereid op pad
Onderzoekers bereiden een reis goed voor. Ze pakken niet alleen hun koffers, maar nemen ook gereedschap mee. Ze pakken veel plastic buisjes in om kleine beestjes in te verzamelen. Ook hebben ze alcohol bij zich. Niet om te drinken, maar om gevonden diertjes of stukjes plant in te doen. Op deze manier blijft het DNA goed bewaard, zodat ze er in Leiden naar kunnen kijken. Iedere specialist heeft zo zijn eigen gereedschap. Botanici nemen bijvoorbeeld plantenpersen mee. Daar drogen ze gevonden planten mee. Dat gedroogde materiaal bekijken ze in Naturalis. Entomologen nemen prepareersetjes en microscopen mee. Daarmee bekijken ze insecten van heel dichtbij. Ook nemen zij netten mee, waar ze allerlei insecten en spinnen mee vangen.
Naturalis expedities
Naturalis heeft al een aantal grote expedities georganiseerd. Die gingen naar Papua Nieuw Guinea, St. Eustatius, Spanje en meer. Zo ging een grote groep ook naar Montana en Wyoming in Amerika om de T. rex en de Triceratops uit te graven. Een andere bijzondere bestemming is Borneo. Een grote groep wetenschappers zocht de hele berg Kinabula af naar nieuwe soorten. Zo vonden zij nog niet bekende paddenstoelen, spinnen, kevers, vliegen, slakken, varens en een kikker. Ook in Bhutan worden planten en dieren verzameld.
Vleesetende planten
Op de berg Kinabalu leven speciale organismen. De grond van de berg is voedselarm, dat betekent dat er weinig voedsel in de grond zit voor planten. Hierdoor groeien er vreemd uitziende planten, zoals vleesetende planten. Zij halen hun voedsel vooral uit vliegjes in plaats van uit de grond. Hoe werkt dit? Vliegjes komen naar de beker toe en vallen er in. De beker werkt zoals onze maag: er zit zure vloeistof in dat de vliegjes afbreekt. Vleesetende planten doen je niks, maar zijn juist heel interessant voor de wetenschap!