Op het eiland Reunion barst de vulkaan vaak uit. Deze uitbarsting of eruptie was in 2018.
Wanneer wordt een steen vloeibaar?
Stenen smelten bij een temperatuur tussen de 650 en 1200 graden Celsius. 1200 graden Celsius is bijna vijf keer zo warm als de hoogste stand van de oven thuis. Een steen smelt dus niet zomaar. Elke steen is opgebouwd uit allemaal kleine deeltjes, moleculen. Dit zijn de bouwblokken van de steen, vergelijkbaar met stukjes lego. Als alle stukjes in elkaar zijn geklikt, ontstaat een sterk bouwwerk. Wanneer de steen heel heet wordt, blijven de stukjes niet meer aan elkaar zitten. De stukjes gaan bewegen. Hierdoor verliest de steen zijn sterkte en wordt vloeibaar. De steen smelt.
Waarom is niet alle steen in de aarde gesmolten?
De aarde is opgebouwd uit een kern, mantel en aardkorst. Je kunt de aarde vergelijken met een appel. Het dunne schilletje is de aardkorst, het sappige deel dat we eten is de mantel en het klokhuis is de aardkern. In de aardkern is het bijna 5000 graden Celsius. Normaal gesproken zou alles bij deze hitte meteen smelten. Toch is niet al het gesteente in de aarde gesmolten. Hoe kan dat? Leo Kriegsman van Naturalis zegt: “De reden dat delen van de aarde zijn gesmolten en andere niet, komt door het samenspel van temperatuur, druk en de samenstelling van gesteente. De aardkern bestaat bijvoorbeeld uit ijzer en nikkel. Dat is metaal en dat smelt gemakkelijk. Toch is alleen de buitenkern gesmolten en de binnenkern hard door de hogere druk.”
Waar komt lava dan vandaan?
Bij vulkaanuitbarstingen komt vloeibare steen als lava uit de aarde. Wanneer lava nog in de aarde zit, heet het magma. Magma komt uit de aardmantel of uit het onderste deel van de aardkorst. Daar kan het op verschillende manieren ontstaan. Wat altijd nodig is om magma te vormen is heel veel warmte. Zoals je net hebt gelezen, zijn niet alle stenen vloeibaar ook al zijn ze heel heet. Soms hebben stenen een extra zetje nodig voordat ze smelten. Sommige stenen in de aardmantel smelten omdat er water bij komt. Andere stenen smelten doordat ze vanuit de mantel richting de aardkorst bewegen. Bij stijgend gesteente vermindert de druk. De deeltjes van de steen kunnen vrijer bewegen en de steen smelt. Er ontstaat magma. Wanneer magma bij de aardkorst is aangekomen, kan het er met een vulkaanuitbarsting doorheen breken. Eenmaal buiten noemen we het lava.