De meeste dieren en planten danken hun kleuren aan kleurstoffen in hun huid of schil. Ze worden ‘pigmenten’ genoemd. Een wortel is oranje door het pigment caroteen. Je huid is bruin door het pigment melanine. Planten zijn groen door het pigment bladgroen. Pigmenten hebben kleur door met licht te spelen. Zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Elk pigment doet steeds twee dingen: lichtstralen opnemen of terugkaatsen. Opgenomen kleuren zijn niet zichtbaar, weerkaatste kleuren zijn wel zichtbaar. De wortel houdt alle kleuren vast, maar stuurt oranje zichtbaar terug. Daarom is een wortel oranje. De blauwe morpho krijgt zijn kleur op een andere manier. Hoe zit dat?
Vleugels met schubben
Vlindervleugels dragen schubben die als dakpannen over elkaar heen liggen. De schubben zijn heel kwetsbaar. Veeg je langs een vlindervleugel, dan zitten ze als poeder op je vingers. Nooit doen dus, want dat is schadelijk voor de vlinder. Bij vergroting zijn de schubben zichtbaar. Ze hebben soms dezelfde, soms een verschillende kleur. Samen vormen zij de vleugeltekening.
Onderkant en bovenkant
Met dichtgeklapte vleugels zie je de schutkleuren van de morphovlinder. Die kleuren zijn gemaakt door pigment. De schutkleur beschermt de vlinder tegen roofdieren. Zijn oogvlekken schrikken bovendien vijanden af. Heel anders zit het met de bovenkant van de morphovlinder. Die is flitsend blauw. In plaats van pigment wordt die kleur gemaakt door zogenoemde structuurkleuren. Dat zijn kleuren, veroorzaakt doordat licht op structuren valt en daardoor op verschillende manieren wordt gebroken. Bij de morphovlinder komt die lichtbreking door ribbeltjes en holten in de schubben op de vleugels. Dat maakt de vlinder blauw. Met hun kleur trekken de vlinders vrouwelijke soortgenoten aan en verjagen ze de mannetjes uit hun territorium. De vlinders zijn wel tot een kilometer afstand zichtbaar. Bovendien schrikken de schitterende kleuren roofdieren af.
Ook andere dieren doen het
Niet alleen de blauwe morpho krijgt zijn kleur door structuur. Ook veel andere vlinders zoals vuurvlinders, weerschijnvlinders en blauwtjes doen het op die manier. Voor de pauw geldt precies hetzelfde. En een eenvoudig kevertje als het bladhaantje doet er ook aan mee. Blauw komt in de natuur nauwelijks als pigment voor, wel als structuurkleur. Rob de Vos, collectiebeheerder vlinders bij Naturalis, vindt het bijzonder om met vlinders zoals de blauwe morpho te werken. “Gedroogde vlinders met pigment kun je nat maken om ze goed op te zetten,“ vertelt hij. “Dat mag met de blauwe morpho of andere exemplaren met structuurkleuren niet. Waterdamp kan namelijk tussen de ribbeltjes van de schubben opgesloten raken. Dan verdwijnt het mooie metaalblauw en krijg je vlekken. Deze vlinders worden eerst ingevroren voordat we ze opzetten.”