Bij de zoektocht naar Acmella nana vonden onderzoekers nog 47 nieuwe slakkensoorten met verschillende vormen. Er is een verklaring voor het feit dat op één eiland zo veel verschillende soorten slakken te vinden zijn. De slakken bewegen vrij langzaam en blijven in een klein leefgebied. Wanneer ze daar lang genoeg doorbrengen, passen ze zich aan dat leefgebied aan. Dit noemen we evolutie. Ook gaan de slakken er anders uitzien dan de soorten in andere leefgebieden.
Kleine recordhouders
De vorige recordhouder was een Chinese slakkensoort, Angustopila dominikae. Nu is Acmella nana de kleinste landslak ter wereld. Maar voor hoe lang? Naturalis-onderzoeker Menno Schilthuizen en ontdekker van Acmella nana zegt: “Over wat nu echt de kleinste is kun je eindeloos bakkeleien. Meet je de lengte van het huisje of wat erin past? Bovendien zijn de grootste exemplaren van deze soort weer groter dan de kleinste exemplaren van de Chinese soort.”
Het is onbekend wat de ondergrens is. Misschien worden de slakkenhuisjes op een gegeven moment niet kleiner. Dwergpuntjes hebben een schelp met twee of drie windingen. Uit de piepkleine opening van de schelp komt het hoofd-voet gedeelte dat de slak gebruikt om te bewegen en te eten.
Zoeken naar de kleinste
Vind maar eens zo’n mini slak! Ga je ernaar op zoek of komt het op je pad? Dwergpuntjes hebben een schelp die tussen 0,50 en 0,60 millimeter breed is en tussen 0,60 tot 0,79 millimeter hoog. Dat is ongeveer zo groot als één zandkorrel van het strand. De schelpjes zijn wittig van kleur en ook nog eens doorschijnend. Bijna niet te zien dus! Om de slakjes op te sporen wordt gebruik gemaakt van een speciale techniek, namelijk flotteren. Hierbij wordt zand en bladafval van de grond door een zeef gehaald. Wat door de zeef komt, valt in een emmer water. In de emmer zinkt het zand naar de bodem en komen de lege slakkenhuisjes bovendrijven.
Wel het huisje, niet het dier
Met flotteren vinden we alleen het huisje, niet het dier. Eigenlijk weten we nog bijna niets van hoe Acmella nana leeft. Hoe komen we erachter wat dit slakje doet en kan? Onderzoekers kijken dan naar andere slakken die erop lijken in hetzelfde gebied. Acmella polita is er zo een. Deze slak woont net als nana in gebieden met kalksteen en eet schimmels of bacteriën van muren in grotten. Misschien is nana dus ook wel een schimmel of bacterie liefhebber. Stel dat nana graag bacteriën of schimmels eet, waarvoor is het dan handig om zo klein te zijn?
Slak met slagtand?
Het leukste nieuwe slakje vindt Schilthuizen niet de piepkleine Acmella, maar Ditropopsis. Bij deze slak schiet de onderste winding weg van de rest van het huisje, waardoor het huisje de vorm heeft van een olifantenslagtand. Schilthuizen zegt: „Met dit soort fratsen kom je alleen weg als je zo’n klein slakje bent.”