De schuimalg behoort tot de groep van eencellige algen, ook wel fytoplankton genoemd. Een schuimalg is zo klein dat hij met het blote oog niet te zien is. Om de alg heen zit een slijmerige gelatine laag waardoor de algen als het ware aan elkaar plakken. Zo ontstaan grotere groepen van wel miljoenen algen bij elkaar. Deze groepen of kolonies kun je wél goed zien en kleuren het zeewater theebruin. Dit vertroebelt het zicht onder water, wat bijvoorbeeld voor duikers zeer hinderlijk is. De slijmlaag beschermt de cellen tegen gevaar, zoals aanvallen van virussen of van dierlijk plankton.
Katja Peijnenburg, plankton-onderzoeker van Naturalis, noemt nog een belangrijke eigenschap van schuimalgen. “Ze produceren een belangrijk gas, namelijk dimethyl sulfide, dat wolkenvorming bevordert. Daarmee zouden schuimalgen de opwarming van de aarde kunnen vertragen.”
Ontstaan van kolonies
Wat is er nu voor nodig om schuimalgen te laten uitgroeien tot enorme kolonies? Katja: “Veel zonlicht en voedselrijk water. Zonlicht versnelt de groei en laat zeker in het voorjaar de schuimalgen zich explosief vermeerderen. Ook warmt het water op door de zon, wat de algen eveneens prettig vinden.”
Daarnaast laten stoffen in het water de algen groeien. Schuimalg heeft graag fosfaten en stikstoffen op zijn menu. Vooral stikstof wordt in grote hoeveelheden door rivieren naar de zee gebracht. Door lozingen van huishoudens, landbouw en industrie belandt het in het rivierwater. Het fungeert daarmee min of meer als ‘kunstmest’ voor de algen.
Schuim op het strand
De algen leven ongeveer vier tot zes weken. Daarna raken de voedingsstoffen op en zakken ze naar de bodem van de zee. Daar sterven ze af, waar bacteriën ze verteren. De golven en stroming kloppen bij een stevige wind het slijmomhulsel op waarbij eiwitten vrijkomen en het karakteristieke schuim ontstaat. Je kunt dit vergelijken met het opkloppen van room tot slagroom. Het is ook niet voor niets dat ze in het buitenland dit verschijnsel beschrijven als ‘cappuccino coast’. Het schuim drijft op het water en een aanlandige wind blaast het richting het strand.