“De tekeningen in dit boek zijn onze doorbraak geweest”, zegt Adrie Kennis, terwijl hij het boek ‘De oermens’ omhoog houdt. Adrie is de ene helft van de bekende tweeling Kennis en Kennis. Samen met zijn broer Alfons maakt hij al geruime tijd de meest realistische tekeningen van oermensen. Het huis waarin we ons bevinden ziet er van buiten heel gewoon uit, maar van binnen is het een werkplaats vol met schedels van zowel zoogdieren als mensachtigen. Het ‘Wow!’ dat ik uitstootte bij het zien van de verzameling, was voor Kennis en Kennis het teken om hun verhaal te beginnen.
Afgietsels om te vergelijken
“We zijn ooit begonnen als tekenaars en we maakten ook schilderijen van prehistorische dieren”, vertelt Alfons. “Maar die schilderijen hangen we nu absoluut niet meer op, die vinden we lelijk”, vult Adrie lachend aan. Nadat de broers in 2003 ook tekeningen voor National Geographic maakten, kregen ze steeds vaker de vraag vanuit musea om ook realistische modellen van mensachtigen te maken. Iets dat ze in hun vrije tijd al graag deden. Adrie: “We zijn toen allerlei musea in Europa langs gegaan om afgietsels te maken van schedels van mensachtigen. Die gebruikten we om onderzoek aan te doen en te vergelijken.” Toen kwam Naturalis met de vraag om een beeld van Homo erectus te maken, op basis van een schedelkapje, een kies en een dijbeen.
Hoe gaan jullie te werk?
“We spraken eerst met John de Vos [voormalig paleontoloog bij Naturalis] en we vergeleken de fossielen met die van verschillende mensachtigen. Samen met John ontdekten we dat het bot heel dun is, kenmerkend voor een vrouw”, zegt Adrie. “We werkten ook nauw samen met Martin Haeusler (Universiteit van Zürich) en Markus Bastir en Daniel Garcia Martinez (Universiteit Madrid). Dankzij hun data kregen we een goed beeld van het skelet”, vult Alfons aan. De aanstekelijk enthousiaste broers vallen elkaar vaak in de rede, simpelweg omdat er zoveel te vertellen valt. Terwijl Alfons aan het woord is, laat Adrie op zijn laptop zien hoe er uiteindelijk een digitaal skelet ‘geboetseerd’ is. “Kijk!”, zegt hij. “We zagen bijvoorbeeld dat de rug van Homo erectus een andere vorm had dan die van de huidige mens. Daardoor is de ribbenkast veel breder.” Het uiteindelijke skelet ziet er bijzonder uit. De ribben raken bijna het heupbot. “Ze had geen middel, gek hè?!”
Het model krijgt vorm
“We zien aan het skelet precies waar de spieren horen. Daarna huren we fotomodellen in. Zij poseren voor ons, zodat we zien hoe bol de spieren in een bepaalde houding zijn”, zegt Adrie. “Daarna boetseren we van een ander soort klei de huid erover”, vervolgt Alfons. En de bloedvaten? “Die maken we van touw.” Na dit alles staat er een spierwit, naakt model van ongeveer 1.65m hoog. Alfons: “Hiervan maken we een mal en deze gieten we tot een nieuw, plastic model dat uiteindelijk in het museum terecht komt.”
Kleur geeft leven
Hoe bepaal je de kleur van huid, ogen en haar? Die informatie staat in het DNA, maar in heel oude fossielen is dat verdwenen. “De omgeving waar Homo erectus leefde geeft ook veel informatie. In dit geval rond de evenaar. Het is daardoor zeer waarschijnlijk dat huid, haar en ogen donker gekleurd waren”, vertellen de broers. Nu komt een van de lastigere klussen, het kleuren van de huid. Hiervoor worden mallen gevuld met siliconen. “We kleuren in negatief”. Aan de hand van een siliconen masker dat hij binnenstebuiten keert, legt Adrie uit: “Dat betekent dat we de huid van binnenuit kleuren, anders ziet het er niet realistisch uit. Het nadeel is dat je niet gelijk ziet hoe het er aan de buitenkant uit komt te zien. Het resultaat is pas zichtbaar als de huid uit de mal komt.” En het haar? Adrie: “Homo erectus zal waarschijnlijk veel gezweet hebben, vanwege de hitte en het vele jagen. Veel lichaamsbeharing had ze waarschijnlijk niet.”