Ze kijken naar de groeilijnen: naden van kraakbeen aan de uiteinden van botten. Daar kunnen de botten langer groeien. Als je klaar bent met groeien, verdwijnen de lijnen en groeien de botten dicht. Eerst volgroeien je handen, daarna je ribben en daarna je heupen. De schedelnaden houden zelfs nooit op met dichtgroeien. Zo bepalen wetenschappers zelfs de leeftijd van een volwassene toen hij overleed. De Homo floresiensis was dus volwassen, maar waarom toch zo klein?
De vondst
In 2003 kwam de Australische onderzoeker Mike Morwood en zijn team naar het eiland Flores in Indonesië om hun geluk te beproeven. Eerder waren er al stenen werktuigen gevonden door de Nederlandse pater Verhoeven. Zou Mike de makers van de werktuigen vinden? In een grot vond hij onder een laag van 600.000 jaar oud puin een fossiel bot en uiteindelijk nog veel meer. Samen met z'n team vond hij acht onvolledige skeletten en één schedel. Ze waren van een nog onbekende soort mensachtige die 50.000 jaar geleden uitstierf. Maar er was iets raars mee. Deze mensachtige was niet groter dan een meter! Hij kreeg de bijnaam ‘Hobbit-mens’. Wat was er aan de hand?
Kinderen?
Je denkt misschien; zijn het kinderskeletten? Je kunt aan de tanden zien hoe oud iemand was. Denk maar aan het wisselen van tanden; je wisselt je snijtanden als je ongeveer 7 bent, je kiezen als je ongeveer 11 bent en je verstandskiezen komen door als je ongeveer 20 bent. De schedel van de Floresmens had alle tanden en kiezen en ze waren zelfs al wat afgesleten: tanden van een volwassene dus. Stel dat er geen schedel gevonden was. Ook dan kunnen experts inschatten hoe oud iemand was.
Ziekte?
De Indonesische onderzoeker Teuku Jacob had al snel een theorie. Hij denkt dat de skeletten waarschijnlijk toebehoorden aan gewone mensen die toevallig klein waren. Hun hoofd was zo klein vanwege een ziekte: microcephalie (micro-schedel). Volgens andere onderzoekers, zoals die van Naturalis is het een voorbeeld van eiland-evolutie.
Eiland-evolutie
Wat is eiland-evolutie? Een voorbeeld: tot bijna 10.000 jaar geleden leefden er mini-olifantjes op het eiland Flores. Ze waren niet meer dan een meter hoog. Toch waren ze volwassen, met mini-slagtandjes. Ze hadden op het eiland geen vijanden en hoefden dus ook niet groot te zijn om roofdieren af te schrikken. Klein zijn kost minder energie, waardoor ze minder hoefden te eten. Zij konden dus beter overleven en zich makkelijker voortplanten, dan de grotere olifanten. Zo evolueerden ze tot een kleinere soort. Dat is eilandevolutie. Ook op andere eilanden zijn mini-olifanten en mini-mammoeten gevonden. Dit komt doordat olifantachtigen goede zwemmers zijn. Met hun slurf als snorkel zwemmen ze makkelijk naar eilanden. Voor de Homo floresiensis werkte dit precies hetzelfde. Het was ook voor deze soort waarschijnlijk handiger om klein te zijn.
Nieuwe vragen
Het is natuurlijk lastig om te bewijzen wat daadwerkelijk het antwoord is op de vraag: “Waarom was de Floresmens zo klein?”. Onderzoeken roept nieuwe vragen op, zoals: stamt Homo floresiensis af van Homo sapiens, van Homo erectus, of van nog een andere soort? Stel je voor dat de Hobbit-mens nog steeds bestaat, hoe ga jij daarmee om?