Pepers zijn scherp door het stofje capsaïcine. Het zit vooral in de zaadlijsten. Dat zijn de wit-gele randen waar de zaden aan het vruchtvlees vast zitten. Capsaïcine prikkelt plekjes op de tong die hitte en pijn waarnemen. Van chilipeper krijg je het letterlijk warm. Je gaat er van zweten. Ook opent capsaïcine de luchtwegen, waardoor je soms een loopneus krijgt. Wel komen door het eten van capsaïcine endorfinen vrij. Dat zijn stofjes waardoor je je gelukkiger gaat voelen. Sommige mensen worden daarom heel vrolijk van scherp eten. Maar pas op, van te veel scherpe pepers krijg je buikpijn. Weer zo’n rare tegenstelling: het eten doet pijn, maar het gevoel is fijn. Mensen kweken en verkopen daarom steeds hetere pepers. Ook heel handig voor de peperplant, die zo nog meer nakomelingen krijgt.
Waarvoor is een peper scherp?
Peperplanten groeien laag bij de grond. Grote kans dat grazers of knaagdieren er een maaltje in zien. Plantenetende dieren hebben kiezen met veel scherpe richels. Bij het kauwen van de vruchten malen ze niet alleen het vruchtvlees, maar ook de zaadjes fijn. In pepers zitten veel kleine zaadjes waar jonge plantjes uitgroeien. Uit kapotte zaadjes groeien geen plantjes. Het is voor het nageslacht dus beter als grazende dieren niet van de pepers eten.
Vogels hebben een snavel, zonder kiezen. Ze slikken stukken chilipeper door en verteren alleen het vruchtvlees. De zaadjes komen de uitwerpselen weer ongedeerd in de natuur terecht. Daaruit groeien nieuwe peperplanten. Het bijzondere is dat vogels weinig last hebben van de hete peper. Hun tong is er minder gevoelig voor. Chilipepers zijn scherp voor bijna alle dieren, maar nauwelijks voor vogels. Zo zorgt de plant ervoor dat alleen vogels de pepers eten. Een pikante manier om veel nakomelingen te krijgen.