De tanden van Trix hebben een speciale samenstelling. Deze samenstelling ontstaat doordat de tand elke dag een klein laagje groeit. Als dat nieuwe laagje gemaakt wordt, neemt het bepaalde stofjes op. Deze stofjes heten isotopen. Dat zijn verschillende vormen van bepaalde stofjes. Calcium is zo’n stofje. Het ene calciumdeeltje weegt meer dan het andere. Afhankelijk van wat zij heeft gegeten of gedronken bestaat elk laagje tand uit een andere hoeveelheid stofjes. De verschillende stofjes in de tanden zijn bruikbaar voor allerlei onderzoeken. Strontium (een stofje dat ook in sommige tandpasta’s zit) helpt het onderzoek naar de jaarlijkse trek van T. rex (net zoals vogels dat doen). Calcium gebruikt men om te kijken wat Trix gegeten heeft. Door te kijken naar de samenstelling van de verschillende laagjes tand en de hoeveelheid lichte en zware stofjes die daarin zitten, zien wetenschappers of Trix veel botten at.