Kenmerken als die van ons
Een mens heeft haren en armen, een vis heeft schubben en vinnen, een slang heeft schubben maar geen poten. Dit zijn zomaar wat kenmerken van drie heel verschillende levensvormen. Onderzoek aan de fossielen uit Düsseldorf geven ook kenmerken aan. Veel van die kenmerken lijken op die van ons, Homo sapiens. Aan de andere kant zijn de stevige wenkbrauwbogen, lage en lange schedel, korte en stevige arm- en beenbotten juist kenmerken die niet zo goed bij ons passen.
Sterk en slim!
Neanderthalers leefden zo’n 350.000 tot 28.000 jaar geleden, tijdens de koude ijstijden, met ook wel warmere perioden. Aan de koude waren zij aangepast. Kenmerken van aanpassing: een korter en ronder lijf om de warmte vast te houden, grote neusholte om de lucht te warmen, korte, maar stevige armen en benen met sterke spieren. Jacht op groot wild eist naast passende wapens een plan, inzicht, overleg en samenwerking waarbij een vorm van taal noodzakelijk is. Gebruiken hadden zij ook: zieken- en ouderenzorg, gereedschap maken, voedsel koken, lichaamsversiering, grafrituelen, kleding, . . . . . . . en praten en zingen? Dat zullen we nooit weten, maar hun tongbeen was precies als dat van ons.
Gezamenlijke voorouder
In Noord-Afrika leefden vanaf 600.000 jaar geleden een mensachtige, de heidelbergmens of Homo heidelbergensis. Een deel van deze mensen trok naar Europa. Hier raakten zij aangepast aan de koude en ontwikkelden zich tot Neanderthalers of Homo neanderthalensis. De heidelbergmensen die in Afrika bleven, ontwikkelden zich daar, tot 200.000 geleden, naar Homo sapiens. Vanaf 50.000 jaar geleden trok Homo sapiens Europa binnen. Zij kwamen in een barre wereld waar de Neanderthaler al duizenden jaren leefden.
Samen
De volgende duizenden jaren leefden beide mensen naast elkaar. Keken kennis, vaardigheden en gebruiken van elkaar af. Onderzoek wijst uit dat zij niet alleen dat uitwisselden. Beiden, Homo neanderthalensis en Homo sapiens deelden het bed kregen kinderen. In ons DNA zit ongeveer 2,5 tot 4% Neanderthaler - DNA dat zorgt voor eigenschappen, zoals rood haar, sproeten en weerstand tegen veel ziekten. In Zuid-Spanje ‘verdwenen’ de laatste Neanderthalers 28.000 jaar geleden.